Reptielen- en amfibieënreis naar de Peloponnesos met Eco Tourist Services, 2-9 oktober 2004

Begeleiders: Edo van Uchelen en Ruud Wolterman, deelnemers: Jeroen Speybroeck, Martin Edelman, Carlo Kant, Roel en Toos van Ekeris, Luuc Bauer en Inge Corstjens, Dick van Dorp, Haiko Smid en Maud Krudop, Ruth Hesseling, Eric van Renterghem en Rita Buyse , Frank Böinck, Frits Overduin, Erik Verlind

Inleiding

 

Na een zomer van hard werken in het huis, zoals een laminaatvloer leggen, kreeg ik wel erg zin om een reptielenreisje te maken. Toen de laminaatvloer klaar was heb ik Bhartie mijn vrouw eens lief aangekeken en gevraagd of ik in het najaar met Eco Tourists Services mee mocht. De door mij geselecteerde reis betrof een reptielen en amfibieënreis naar de Peloponnesos. In het voorjaar hadden we al plannen met een oud-collega en zijn vriendin om naar de Peloponnesos te gaan en daar een deel van de tijd te vullen om naar reptielen en amfibieën te speuren. De vliegtuigen naar de Peloponnesos zaten echter al vol. We besloten daarom om naar Turkije te gaan. Van Bhartie mocht ik gaan. Zij zelf had geen zin omdat in principe de gehele reis bestaat uit het zoeken naar allerlei dieren, met in het bijzonder reptielen en amfibieën, en planten. Zij gebruikt in de vakantie ook een belangrijk deel van de tijd voor zich zelf, zoals bijvoorbeeld het lezen van boeken en studiemateriaal. Ik heb mijn oud-collega Ronald nog gevraagd om mee te gaan, maar hij zag het voor dit jaar wegens andere plannen niet zitten. Ik zou derhalve in de reis met alleen voor mij onbekende personen te maken krijgen. Ik kan achteraf zeggen dat het een hele prettige en leerzame ervaring was om nieuwe mensen met soortgelijke interesse te ontmoeten. 

2 oktober (dag 1)

Om  7 uur ‘s ochtend reed ik met Bhartie naar Schiphol en tegen 8 uur arriveerden we op schiphol. Ik nam afscheid van Bhartie en ik ging op zoek naar de Ecotourist groep. We zouden gaan vliegen met de KLM. De groep was derhalve niet moeilijk te vinden, Ik stelde me voor aan de begeleiders Edo en Ruud en aan een aantal van de groepsleden. Met de adderonderzoeker Dick raakte ik al gauw in gesprek. Het zien van adders in Nederland blijft voor mij nog steeds een grote wens. Dick vangt en fotografeert zo’n 400 adders per jaar in het Hijkerveld (Drenthe). Ik heb afgesproken om volgend jaar een keer met goed weer met hem mee te gaan. De kans op het aantreffen van adders is dan behoorlijk groot. Vanuit zijn ervaring heb ik wel geleerd dat ik om adders te vinden bijna alles fout deed. Ik ging met te hoge temperaturen en vaak te laat op de dag en ik keek op de verkeerde plekken. Dit wetende ziet het er in de komende jaren met betrekking tot het aantreffen van adders een stuk rooskleuriger uit. Net iets over 10 en na lang wachten voor de incheckbalie kozen we het luchtruim. Ik zat tussen de vrouwen Inge en Ruth in. Beiden hadden al een ruime levenservaring opgedaan. Voor mij was er dan ook genoeg gespreksstof om met de dames een groot deel van de vliegreis door te komen. Voor en tijdens de reis had ik een lichte hoofdpijn. Ik heb daarom af en toe mijn ogen dicht gedaan om een beetje uitgerust aan de ‘stroop’tocht te beginnen. De landing verliep gladjes. Op het vliegveld van Athene hebben we gewacht tot Edo en Ruud de busjes opgehaald hadden. In de tussentijd heb ik dankzij doortastend werk van Toos mijn Griekse euromunten compleet gekregen. De busjes arriveerden. Tot ieders ontsteltenis bleek een bagageruimte nagenoeg niet aanwezig te zijn. Na veel passen, meten en persen en de nodige tassen op de schoot konden we dan toch vertrekken om een begin te maken aan de expeditie. Ik reed in het busje van Ruud mee en zat samen met Jeroen voorop. Voor in het busje werden verschillende reiservaringen gedeeld. Ik denk dat, dat ervan de oorzaak was, dat we de verkeerde afslag namen. Gelukkig kwamen we daar snel achter en konden de goede weg vervolgen. Nadat we het kanaal van Korinthe gepasseerd waren bevonden we ons op de Peloponnesos. In het midden van de Peloponnesos stopten we ongeveer 10 kilometer ten noordoosten van Tripoli. Het was inmiddels al laat in de middag. Het gebied was erg droog en bestond uit verdorde landbouwgrond, struiken soms in haagvorm en hier en daar losliggende rotsen. Hier vonden we Griekse landschildpad, Klokschildpad, jonge exemplaren van Balkantoornslang en Oostelijke hagedisslang, Johannisskink en Groene pad. Naast deze reptielen en amfibieën vonden we de schorpioen Mesobuthus gibbosus, een gigantische duizendpoot Scolopendra cingulata van bijna 18 cm en de spinnen Lycosa tarentula (grote tarantula-achtige spin) en Atypus affinis (verborgen levende spin). Verder vonde we de grote loopkever Carabus coreaceus (Lederloopkever). Tegen het donker worden gingen we naar ons hotel in Tripoli (Arcadiahotel). De kamerindeling werd opgemaakt. Ik zou de komende dagen met Jeroen op één kamer vertoeven. Nadat we onze spullen in de kamer hadden afgezet, gingen we naar een restaurant verderop in Tripoli. Voor aankomst in het restaurant ontdekte Jeroen de eerst gekko (zeer waarschijnlijk de Europese Tjitjak). Tijdens het eten barstten de eerste discussies los. Carlo liet blijken dat hij het met de huidige regeerwijze erg eens was. Dit viel in verkeerde aarde bij het grootste deel van de groep. Het eten was voortreffelijk. Ik heb mijn eerste Griekse biersoort (Mythios) kunnen proeven. Dat is er weer één voor de verzameling. De smaak van het bier kon er mee door, maar was zeker niet goed te noemen. Bij de terugwandeling naar het hotel werden meerdere Tijtaks waargenomen. ‘s Avonds laat nog een tijdje gebabbeld met Jeroen. Hij wist precies welke plekken we op moesten zoeken om de voor hem nog 6 ontbrekende soorten reptielen en amfibieën te vinden. Ik heb goed geslapen.

3 oktober (dag 2) 

Zeven uur begon het ontbijt. De hoeveelheid broodjes viel niet tegen. Zeker niet omdat mijn kamergenoot ‘s ochtends eerst wakker moet worden en om die tijd nog weinig zin in eten heeft. Om acht uur vertrokken naar een heuvelachtig gebied. Bij het plaatsje Ano Davia, ten noordwesten van Tripoli, hadden we onze eerste stop. Het landschap bestond uit stenen muurtjes en via irrigatiekanaaltjes vochtig gehouden landbouwgebiedjes. Hier troffen we de Taurische hagedis, de Peloponnesoshagedis, een kleine Balkantoornslang en een Balkanmeerkikker aan. We zagen onder ander ook de eerste groepjes met bloeiende Cyclamens. Nadat we een stuk de heuvel op gelopen hadden vonden we een jong Reuzensmaragdhagedis en een volwassen Balkantoornslang. Terug bij de busjes aangekomen, op het pleintje van het dorp, werd in een drinkwaterbron een Griekse beekkikker ontdekt. Op het kleine kerkhofje heb ik nog een Kleine heivlinder gefotografeerd. Nadat we wat gedronken hadden zijn we naar een droge rivierbedding gelopen. Hier was op reptielen en amfibieëngebied geen nieuws meer te ontdekken. Wel heb ik een prachtig mannetje van de Peloponnesoshagedis gefotografeerd. Door een akker liepen we terug naar de busjes. In en rondom het akkerveld werden een Kardinaalsmantel, een Afrikaanse monarch en een Griekse wrattenbijter ontdekt. De Afrikaanse monarch had ik hier niet verwacht. We zijn teruggegaan naar Tripoli om in een broodjeszaak te lunchen. Ik heb een lekker broodje gezond en een chocolade donut met slagroom gegeten. Het smaakte heerlijk. Als afsluiting heb ik nog een bak koffie gedronken. Na de lunch zijn we naar een droog heuvelachtig gebied in hetzelfde gebied als de dag tevoren, alleen aan de ander kant van de snelweg, gegaan. Ik ontdekte een slang, die zich uit de’voeten’ probeerde te maken, maar ik ving hem/haar toch. Helaas was het er één die we al gezien hadden: een jonge Balkantoornslang. Onze speurtocht naar de Luipaardslang was tevergeefs. We ontdekten nog wel diverse Johannisskinken, schorpioenen, duizendpoten, spinnen en verschillende loopkevers. Op een gegeven ogenblik had ik het wel gezien en ging meer op andere dingen letten. Zo ontdekte ik verschillende exemplaren van de Herfststerhyacint. Ik fotografeerde een Resedawitje. Tot de mooiste waarnemingen van de dag behoorde het zien van groepen  rupsen van de Wolfsmelkpijlstaart. Een fantastisch mooi gekleurd en getekende rups, welke ik ook meerdere malen op de foto gezet heb. Ik heb zelf een groot exemplaar meegenomen om te proberen hem te laten verpoppen. Ik ben benieuwd naar het dier als vlinder. Ik zag verder de vogelsoorten Kleine zwartkop en Gekraagde roodstaart. Halverwege de middag zijn we teruggegaan naar het hotel om de bagage op te halen. We hadden een twee uur lange trip naar de omgeving van Gythio in het vooruitzicht. Omdat de bagage weer op de schoot genomen moest worden werd het een vermoeiende rit. Nadat we aangekomen waren bij het luxe hotel Belle Helene in Vathi nabij Gythio, hebben we onze bagage in de kamer gezet. We konden eten in de ontspanningszaal en niet in de eetzaal vanwege een Griekse trouwerij, die aan de gang was. Het eten was heerlijk en werd bediend door een lieve en prachtige jonge vrouw, die denk ik een beetje negerbloed in de genen had. Helaas zagen we ze na deze avond niet meer terug. Voor de eerste keer maakte een aantal van ons een nachtwandeling. We ontdekten verschillende Europese tjitjaks en Egeïsche naaktvingergekko’s. We liepen lang een muurtje een stukje heuvel op. Ik ontdekte een schorpioen. Tot Jeroens grote verbazing liet Edo een zonet gevangen Katslang zien. Dit is één van de 6 soorten die Jeroen nog moest zien. De Katslang leeft van gekko’s en is een nachtdier, dus het was niet helemaal een toeval dat we hem aantroffen. Bij terugkomst in het hotel moest deze vangst gevierd worden met een biertje. De bruiloft liep op dat moment ook al aardig op zijn eind. In ieder geval heb er ik tijdens mijn nachtrust geen last van gehad. 

4 oktober (dag 3) 

Na een goed en stevig ontbijt vertrokken we om acht uur eerst naar de plaats waar we de Katslang hadden gevonden. Voor degenen die hem nog niet gefotografeerd hadden was nu de gelegenheid. Onder aan de heuvel vlogen behoorlijk wat Afrikaanse monarchen en lieten zich goed bekijken. Na de fotosessie reden we noordwaarts langs de kust. Eerst stopten we bij een supermarkt om de lunch in te slaan. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om Bhartie te bellen en te vertellen dat alles goed was. De avond daarvoor kreeg ik ze niet aan de lijn. Ze vertelde me dat ze bij Dewika langs geweest was. Na de inkopen gingen we weer op pad en stopten even later in de buurt van Trinisa. We gingen op zoek naar de Gevlekte slangskink. Langs het strand konden we het dier niet onder stenen of afval vinden. Nadat we niet veel succes hebben gehad in de buurt van het strand, zijn we de weg overgestoken en hebben we een landweggetje gevolgd. Ik zag mijn eerste Blauwe ijsvogelvlinder. Verder werden er regelmatig Koninginnepages en Afrikaanse monarchen gezien. De omgeving was vrij droog. Toch lukte het Dick om onder een golfplaat de Gevlekte slangskink te vinden. Hij vergiste zich bij het oppakken in de plaats van de kop met als gevolg dat het dier een stuk van zijn staart verloor. Verderop werd door andere groepsleden ook een Gevlekte slangskink gevonden. Bij de busjes werd ontbeten. Ik fotografeerde bij een poeltje mijn eerste Zuidelijke oeverlibel. Een dode jonge Klokschildpad werd langs de kant van de weg gevonden. Na de lunch gingen we naar een riviertje toe dat uitmondde in de zee en dichtbij Trinisa gelegen is. Hier zagen we al gauw de eerste Europese moerasschildpad van de trip. Hier waren tientallen Purperlibellen aan het rondvliegen. Tevens vloog er een aantal Vuurlibellen rond. Ik heb ze beiden mooi op de foto kunnen zetten. We liepen met de groep stroomopwaarts. Bij een gemaal werd door een aantal van de groep een Dobbelsteenslang gezien. Helaas behoorde ik niet bij die groep. In een zijtak van het riviertje werden de Balkanbeekschildpad, de Europese moerasschildpad en Balkanmeerkikker gezamenlijk gezien. Dit is vrij uniek. Op de terugweg werd nog een mooie Reuzensmaragdhagedis op de gevoelige plaat vastgelegd. Ook werden langs het water diverse Zuidelijke keizerlibellen waargenomen. Later op de dag gingen we terug naar een gebied langs het strand, exact op de plek waar een groot schip gestrand is. Hier werden alleen een paar Boomkikkers gevonden. Ik heb op het strand wat zand en schelpen verzameld. De dag zat er wat betreft het speuren naar reptielen en amfibieën op. We reden terug naar het hotel en lieten het avondeten wel smaken. Deze keer aten we wel in de eetzaal. Als afsluiting voor het slapen gaan nam ik in de ontspanningsruimte een pilsner.

5 oktober (dag 4)

Na het ontbijt, waar ik mij weer volgegeten had, vertrokken we om acht uur naar de westelijke Taygetos. Langs de hoofdweg, dichtbij Pigi, stopte we bij een groot maar leeg waterbassin. Langs de mooie stenen muurtjes werden onder andere de Egeïsche naaktvingergekko en de Griekse berghagedis gevonden. Ik kon hier prachtige foto’s van maken. De omgeving was echt prachtig.

Daarna reden we naar een olijfgaard nabij Agios Nikoloas, omdat daar een behoorlijke kans was op het aantreffen van de Zandboa. We vonden hem echter niet. Wel vonden we verschillende Gevlekte slangskinken. Ik zag verschillende grote gevlekte Pillendraaiers in de koeienpoep werken. Na een tijdje zoeken werd een Zandadder ontdekt. Hoera! Dit was een soort die ik van tevoren heel graag wilde zien. Even later werd een relatief jonge hagedisslang gevonden. Richting een bergdorpje tussen Neochori and Pirgos zijn we nog op een mooi plaatsje gestopt. We zagen verschillende hagedissen. Jeroen vond nog een Hagedisslang. Tussen de stenen muurtjes vlogen verschillende Rotsvlinders. Onze lunchplek betrof een pleintje met een drankverkooppunt in het dorp Kariovouni. Rond en in een bijna droge beekbedding zagen we verscheidene Griekse berghagedissen. Onder de steen zat de schorpioen Euscorpius carpaticus verborgen. Toen ik hem wilde fotograferen verdween hij onder een steen. Met het draaien van de steen werd het dier per ongeluk gekraakt. Ik heb hem maar meegenomen. In de bedding van de beek kon ik een mooie foto maken van de Blauwe ijsvogelvlinder. Op de terugweg aan het begin van de beek, vlak bij de lunchplek, werd dan eindelijk de Peloponnesoskielhagedis gevonden. Het is maar een klein onopvallend diertje, maar heeft toch ook zijn schoonheid.

Later op de middag werd de groep opgedeeld. Wij gingen met het busje van Ruud op pad. Het andere busje ging terug naar het hotel. Edo was namelijk de hele nacht en dag beroerd van één of ander virus. Wij namen een kijkje bij een olijfgaard nabij Neochori. Hier ontdekte ik als eerste een soort, die voor mij erg hoog op de verlanglijst stond, de Scheltopusik. Daarna werd er door Jeroen nog één gevonden. Jeroen ontdekte verder in de olijfgaard nog een Dwergklokschildpad. Deze werd door een communicatieve misverstand met ook daar aanwezige toeristen door een groot deel van de groep gemist. Helaas! Verder werd de Johannisskink nog gevonden. Al met al was het voor mij een zeer succesvolle dag. Ik liet me het eten en het bier dan ook goed welgevallen en kon tevreden gaan slapen. 

6 oktober (dag 5)

Wederom om acht uur gingen we na een stevig ontbijt op pad. We trokken de bergen in tussen Gythio en Areopoli. Langs deze bergweg maakten we verschillende stops. De eerste stop leverde een prachtige Sago pedo op. Ik was nog druk hem te fotograferen, toen er geroepen werd dat er een Zandadder gevonden was. Inmiddels moest ik al een behoorlijk stuk lopen om de zandadder te zien. Op dezelfde plek werden nog twee Dwergklokschildpadden gevonden. Een oude jager met zijn hond kruiste ons pad. We beletten hem wel om zijn geweer op onze gevonden dieren te gebruiken. Dick ontdekte als eerste de Herfstschroeforchis. Ik wist dat deze plant zeer hoog op de verlanglijst van Ruth stond. Er werd tussen de verschillende groepjes gecommuniceerd om toch vooral Ruth de mogelijkheid te geven om de vondst te bezichtigen. Even daarvoor ontdekte ik nog een Draaihals op een stevige tak. De vogel liet zich even goed zien. Het blijft een leuke soort om te zien. Daarnaast zag ik een stukje verderop een Rouwmees en Kleine zwartkoppen. Hierna reden we naar een plek vlak bij het dorpje Vachos. Edo en Ruud gingen met de busjes op pad om de lunch in te kopen. Wij gingen op zoek naar de Peloponnesoshazelworm. We vonden hem niet. Wel werden een aantal Cyclamenknollen verzameld voor de liefhebbers. Onder een steen ontdekten we de grote zwarte schorpioen Iurus dufoureius. Een paar van de groep zag een Slanke toornslang wegschieten. Anderen zagen zoetwaterkrabben bij een waterbak. Ik zelf zag verscheidene Griekse berghagedissen. Verder werd er op deze plek niet veel bijzonders gezien. Edo en Ruud kwamen terug. We gingen lunchen. Na de lunch werd de groep opgedeeld in twee groepen. Een eerste groep ging naar de plek waar we de vorige dag de Scheltopusik hadden gevonden. Wij, de tweede groep, gingen verder de bergen in om de Peloponnesoshazelworm te zoeken. Bij onze eerste stop in de buurt van Mesochori ontdekten we een Zuidelijke aurelia. Verder werd de Peloponnesoskielhagedis gezien. Echter we kwamen niet in de buurt van het op de kaart aangegeven riviertje, dus een vochtige omgeving, dat we op het oog hadden. We reden een stukje terug en namen de afslag richting Platanos. We kwamen op een interessant vochtig stukje, dichtbij Platanos. Hier stond een grote waterpomp. De eerste de beste grote steen werd door Erik en Jeroen omgedraaid. En het was bingo! Een Peloponnesoshazelworm werd er onder vandaan gehaald. Edo geloofde het in eerste instantie niet, omdat hij in de voorbereidende reis van het voorjaar dieren met een totaal ander tekening had gezien. Jeroen heeft tot drie keer toe de schubben rond het lichaam geteld. Het bleken er 34 te zijn. Dit gaf het uitsluitsel dat het om een Peloponnesoshazelworm ging. De gewone hazelworm komt in dit deel echter ook niet voor. Er werden door iedereen volop foto’s gemaakt. We hadden afgesproken om een nieuw ontdekt dier mee te nemen. Een volgende stop bij een beekbedding leverde geen nieuwe dieren op. Wel werden allerlei kadavers ontdekt. Ik deed mij tegoed aan een rijpe vrucht van een schijfcactus. Deze smaakte heerlijk, echter die rottige doornhaartjes met weerhaakjes kwamen dwars door mijn handschoenen heen. Deze gaven veel irritaties. De handschoenen waren waardeloos geworden. Vlakbij het hotel gingen we nog in een olijfgaard zoeken. Hier werden de Reuzensmaragdhagedis, de Peloponnesoskielhagedis en de Balkantoornslang gevangen. Vooral de Reuzensmaragdhagedis was erg mooi en werd meegenomen om te laten zien aan de andere leden van de groep. Op het strand bleek onder een stuk hout een Groene pad te zitten. Deze werd door mij gefotografeerd. Terug in het hotel bleek de andere groep succes gehad te hebben met de Scheltopusik en hadden ze ook een Peloponnesoshazelworm gevonden. Deze had wel de tekening, zoals Edo zich dat voorstelde. Waarschijnlijk is er binnen de soort een behoorlijke variatie in tekening en komt mogelijk geslachtsdimorfie voor. Na een lekkere maaltijd hebben we nog even met bier getoast op de goede waarnemingen van de dag. Het was onze laatste avond hier.

7 oktober (dag 6)

Ik stapte met hoofdpijn mijn bed uit. Het ontbijt smaakte mij al wat minder. We gingen op pad naar onze laatste bestemming: het zuidwesten van de Peloponnesos in de buurt van Pylos. Onderweg zetten we in omgekeerde volgorde van vangen de soorten Reuzensmaragdhagedis en Peloponnesoshazelworm terug op hun eigen plek. Bij elke plek werd nog een korte fotosessie gehouden. Bij de plek van de Peloponnesoshazelworm stonden auto’s en mensen. Het bleek dat ze water uit de put aan het pompen waren. Hierna gingen we de bergen door. Ik ging mij steeds beroerder voelen. Via Sparta kwamen we door een prachtige bergachtige streek met vele groene en spectaculaire diepe ravijnen. Bij een plaats waar geklommen kon worden hebben we een tussenstop genomen. Hier werd door Edo een Slanke toornslang gezien. Verder werden de Griekse berghagedis en de Peloponnesoshagedis gezien. Zelfs het gedrag van deze dieren kon over langere tijd geobserveerd worden. Een mooie soort goudwesp, de Scolia flavifrons, fourageerde voor ons en liet zich goed bekijken. Ik begon al wat last van mijn gewrichten te krijgen. Een griep diende zich aan. We reden weer verder en gingen langs Kalamata. Na een behoorlijk stuk rijden stopten we vlak voor de afdaling naar Pylos. Hier gingen we lunchen. Ik voelde me al echt ziek en kon echt niet aan lunchen denken. Het enige wat ik gegeten heb is yoghurt en wat fruit. Ik ontdekte nog een aantal heidevlinders. We stonden niet ver van een vuilstortplaats. Er was daarom niet zoveel natuurschoon te zien. De laatste etappe naar Pilos werd aangevangen. Bij het hotel Zoe, net buiten Pylos, checkten we in. Nadat we de kamer toegewezen met vier afzonderlijke bedden gekregen hadden ging ik eerst een uurtje slapen. Ik hoopte mij dan wat beter te voelen. Ik werd door Jeroen gewekt. Benny Trapp, een Duitser en beschermer van de Afrikaanse kameleon, zou ons een plaats, een ruïne, laten zien waar we een goede kans op de Luipaardslang maakten. Ondanks, dat ik me slecht voelde, ben ik meegegaan. Bij de ruïne aangekomen werden van allerlei materialen gekeerd. Echter de Luipaardslang werd niet gevonden. Dick kwam terwijl ik zat bij te komen van de vermoeienissen met een Balkanbeekschildpad aanlopen. Het dier had eerder wat verwondingen opgelopen. Ik heb hem gefotografeerd en schoon gepoetst. Daarna heb ik hem in het water vrijgelaten. Terug bij het hotel had ik mijn sweater nodig, omdat ik het koud begon te krijgen. Ik heb voor mijn begrip een beetje avondeten genuttigd en ben daarna gaan slapen. Ik was net als een aantal andere groepsleden het slachtoffer geworden van een virus. Jeroen kwam later nog vragen of ik de jonge kameleons, die Benny Trap meegenomen had, wilde zien. Ik vertelde hem dat ik beter op bed bleef om een goede kans te maken de volgende dag weer mee te kunnen met de actievelingen. Ik heb nog een paracetamol ingenomen om te kunnen slapen. Ik had ‘s nachts blijkbaar zoveel herrie gemaakt, dat Jeroen het bed het verst van mij vandaan had uitgekozen om te slapen. 

8 oktober (dag 7)

Na een bescheiden ontbijt, ik was nog lang niet de oude, gingen we naar het noordelijk punt van de baai: een klein schiereiland. Benny was ook weer mee. Hij had een Katslang meegenomen om los te laten. Voordat de slang losgelaten werd zijn er verschillende foto’s van gemaakt. Hierna wees hij verschillende interessante plekken aan. We zagen Europese flamingo’s, een Kleine zilverreiger en een IJsvogel. We ontdekten Herfstalruin, een prachtig bloeiende rozetplant. Er vloog een vrouwtje Bruine kiekendief over de heuvelkam. Zij was daar aan het jagen. Wij als Nederlanders en Belgen is dit gedrag ons niet gewoon. Wij kennen het dier meestal als jagend vlak boven het water of over moerasvegetatie. Bij sommige van ons schiep dat toch wat verwarring. We deelden ons op in twee groepen. De groep met Benny, waaronder ook Jeroen, ging in westelijke richting de heuvel langs. Wij gingen in oostelijke richting langs de heuvel en lagune. Er werden weinig reptielen gevonden. Ik zag wel verschillende vlinders, zoals de Turkse heivlinder, en een krab. We hadden (Edo en ik) op de zandduinen een onvergetelijk uitzicht op de er achter liggende lagunes. Bij terugkomst vertelde Benny dat hij nog een Slanke toornslang voor zich uit zag wegschieten. Bij de busjes gingen we koffie drinken. Opeens werd door Dick een Afrikaanse kameleon ontdekt. Hij ontsnapte. Gelukkig kon Edo hem, het was een mannetje, terugvinden en vangen. Het was een geluk voor ons, omdat een aantal nu de middag vrij hadden om ergens anders te gaan kijken. We hadden de kameleon pas laat op de middag verwacht onder toeziend oog van Benny. We reden naar een klein beekje, dicht aan de kust. Hier hadden we kans op dobbelsteenslang en de Ringslang van de ondersoort persica. Het enige dat we vonden waren de Griekse beekkikker en de Balkanmeerkikker. Benny was een andere kant opgelopen en heeft daar nog een Dobbelsteenslang gezien. Hij verwees ons naar eveneens een goede plek voor deze slangen: de monding van deze beek in zee. Wij reden daar heen. De weg er naar toe werd steeds slechter en bleek op een gegeven moment alleen nog maar uit een spoor te bestaan. Bij de monding aangekomen zagen we tot onze verbijstering dat er jongens aan het ravotten waren. Slangen vergeet ze dus maar. Een groepje Gele kwikstaarten trok zich niets van de drukte aan. Roel ontdekte in een struik aan de duinrand een nieuwe soort bidsprinkhaan, ik denk Iris oratoria. Er dromden mensen samen om het dier te fotograferen. Luuc zag tot ieders verbazing opeens een grote Wandelende tak, waarschijnlijk Bacillus rossius, zitten. Weer een nieuwe en gewilde soort op de foto gezet! Het begon al aardig tegen lunchtijd te lopen. We besloten bij het hotel de lunch te nuttigen. Ik nam Calamari (inktvis). Dit was echt genieten geblazen. Inmiddels had Jeroen eindelijk genoeg mensen geronseld om de Epiruspoelkikker te zoeken bij het Kaiafasmeer nabij Zacharo, de meest zuidelijke plek waar je met behoorlijke zekerheid de soort kan vinden. Het was 80 kilometer rijden. Voorwaarde, die door de leiding gesteld was, was dat er minimaal 7 mensen mee zouden gaan. Die waren er. Ik had ten behoeve van mijn herstel van een virusaanval in eerste instantie besloten om niet mee te gaan. Op het laatste moment heb ik mij toch bedacht. Ik zat achterin met Ruth en Luuc. We kregen het warm. Echter er was één persoon in het busje, namelijk Frank, die in zijn eentje de klimaatbeheersing in het busje bepaalde. Hij was bang dat hij verkouden zou worden. Hoezo egoïstisch. Ik wilde geen ruzie maken, maar mijn gedachten op dat moment waren niet mensvriendelijk. Nadat we door verschillende stadjes gereden waren en een aantal markten moesten omzeilen, konden we eindelijk een beetje doorrijden. We kwamen bij het meer aan. Aan de oostkant van het meer, waar we direct heenreden, stopten we. Binnen een minuut was het al prijs. We hadden de Epiruspoelkikker in een sloot naast het meer, maar wel in verbinding daarmee, gevonden. Dit was Jeroens zesde nieuwe soort en tevens de laatste die hij nog op het Griekse vasteland moest vinden. In hetzelfde water vond ik nog de Griekse meerkikker, de Europese Moerasschildpad en de Balkanbeekschildpad. De groep had de schildpadden gemist en was al een stuk in noordelijke richting verder gelopen. Ik moest nodig de bosjes opzoeken voor een grote boodschap. De groep was inmiddels vertrokken. Ik ben maar het meer op verschillende plekken gaan afkijken, Ik zag verschillende waterschildpadden. Om een gegeven ogenblik dacht ik weer een kop van een schildpad te zien. Hij dook onder, echter er bleef een donkere rug boven het water uitkomen. Ik kwam tot de conclusie dat het een Dobbelsteenslang geweest moest zijn. De waarneming was echter niet om naar huis te schrijven. Ik had hem liever beter gezien en het liefst een foto van gemaakt. Ik zag op het meer nog verschillende springende vissen. Er kwam tot twee keer toe een jagertje, die zichzelf wel heel stoer vond, met zijn hondje langs lopen. Gelukkig had hij weinig succes. Op de terugweg naar het busje ontdekte ik mijn eerste zandloopkever voor de vakantie. Ik kon hem goed fotograferen. Mijn net had ik niet bij mij. Ik probeerde hem met mijn hand te vangen. Dat lukte, dacht ik. Echter het dier slaagde er in te ontsnappen. Ik vond hem nooit meer terug. Na een tijdje wachten bij het busje kwam de groep terug. Zij hadden eigenlijk niets meer gezien. We reden (Ruud was de chauffeur) terug naar het hotel. Inmiddels was het donker geworden. De reis duurde voor mijn gevoel erg lang. Bij het hotel aangekomen konden we gelijk aanschuiven bij het eten. Ik probeerde Bhartie te bellen, maar die was niet thuis. De eigenaar van het hotel had een bijna volwassen Hagedisslang gevangen. Luuc hield tot mijn geluk hem vast, zodat ik hem kon fotograferen. Jeroen had er geen zin meer in. We kregen sardientjes opgediend. Ik had mij wat anders voorgesteld bij een visgerecht. Toch smaakte het gerecht naar behoren. Ik kocht van Benny Trapp een Duitse natuurgids van Griekenland, een mooi boek. De T-shirts met de Afrikaanse kameleons waren jammer genoeg te klein uitgevallen. Ik ondernam een nieuwe belpoging om Bhartie aan de lijn te krijgen. Nu lukte het wel, zij was bij Neela geweest. Ik zei haar morgen (zaterdag) op het vliegveld Schiphol te staan. Omdat de datum verkeerd in het informatieboekje stond, dacht ze dat ze pas op zondag daar hoefde te zijn. Na een beetje aandringen overtuigde ik ze er toch van om aanstaande zaterdag op Schiphol te staan. Gelukkig had ik ze gebeld! Even nog een pils genomen om de succesvolle dag af te sluiten en dan gaan slapen. 

9 oktober (dag 8)

We zijn vroeg opgestaan. Om zeven uur stond het ontbijt op het programma. De busjes waren voor het ontbijt ingepakt. Nadat we hebben ontbeten gingen we op weg naar Athene. Ik had wat hoofdpijn. Om een rustige reis te beleven heb ik een paracetamol ingenomen. Dertig kilometer ten westen van Tripoli maakten we een laatste stop. Ik ging de richting van Dick en Ruud op. Wij vonden, naast leuke planten als wilde krokus en Herfstschroeforchis, Reuzensmaragdhagedis, Johannisskink en Peloponnesoskielhagedis. In een mooie oude Donzige eik was een groot nest van Hoornaars gevestigd. Anderen van de groep vonden Hagedisslang, Gevlekte slangskink en Balkanmeerkikker. Edo had een Griekse kleine watersalamander gevangen. Verder werden nog verschillende soorten sabelsprinkhanen gevonden. We hervatten onze reis. Onderweg zetten we Carlo af bij een busstation in de buurt van Athene. Hij ging nog bij een vriend langs. Bij het vliegveld van Athene aangekomen werden we met onze bagage afgezet. Edo en Ruud hebben de busjes ingeleverd. Het inchecken, waarbij geen ticket nodig was, ging crescendo. In het vliegtuig zat ik wederom naast Ruth. Verder zat Luuc naast me. Tijdens de reis hebben met zijn drieën een reuzencrypto opgelost. De reis verliep voorspoedig. Alleen bij de landing had de piloot de plaats van de landingsbaan verkeerd ingeschat. Hij moest nog een beetje gas geven, waardoor we een behoorlijke harde landing maakten. Gelukkig arriveerden de koffers op de band. In het voorjaar was dat met de reis naar Turkije wel anders. Ik heb van iedereen afscheid genomen. Bhartie stond al op me te wachten. Ik heb haar nog aan verschillende leden van de groep voorgesteld. Ik heb zelf terug gereden. Tijdens de terug reis had ik af en toe moeite om scherp te blijven. Gelukkig kwamen we gezond en wel weer thuis. Ik kon een nachtrust goed gebruiken.

Nawoord

Ik heb van deze reis in alle opzichten genoten.

Mijn eerste doel was om een behoorlijk aantal (nieuwe) reptielen en amfibieën te zien. Dit is met een score van totaal 27 soorten, waarvan 20 nieuwe soorten en twee nieuwe ondersoorten fantastisch gelukt.

Een tweede belangrijk doel is contact maken met nieuwe mensen met een gelijke natuurhobby, van hen dingen leren en mijn kennis met hen delen. Dit is in meer dan voldoende mate gelukt. Ik heb zelfs via de groepsleden op het gebied van mijn natuurwensen extra contactmogelijkheden opgedaan. Ik denk daarbij met name aan mensen als Luuc en Inge, Roel en Toos, Dick en Jeroen, de op het gebied van in Europa voorkomende reptielen en amfibieën alleswetende Belg.

Een derde doel was, uitgaande van mijn brede veldkennis en behoorlijke reiservaring, om mij bij Edo, de oprichter van Eco Tourist Services, in de toekomst mogelijk beschikbaar te stellen voor het assisteren bij bepaalde natuurreizen. Door onder andere het schrappen van de reis naar Suriname en de ruime hoeveelheid vrije tijd, die gestoken moet worden in de voorbereiding en de uitvoering van een reis, waardoor ik toch geruime tijd zonder mijn vrouw Bhartie ben, heb ik tijdens de reis besloten om op dat moment er niet heel veel energie in te steken. Al met al is de reis zeer geslaagd te noemen.

 

 

Verslaglegger: Martin Edelman 

Lijst met waargenomen reptielen en amfibieën

Wetenschappelijke naam

Nederlandse naam

Dag 1

Dag 2

Dag 3

Dag 4

Dag 5

Dag 6

Dag 7

Dag 8

Amphibia

Amfibieën

 

 

 

 

 

 

 

 

Caudata

Salamanders

 

 

 

 

 

 

 

 

Lissotriton vulgaris graecus

Griekse kleine watersalamander

 

 

 

 

 

 

 

X

Anura

Padden en Kikkers

 

 

 

 

 

 

 

 

Bufo bufo

Gewone pad

 

O

 

 

 

 

 

 

Bufo viridis

Groene pad

X

 

O

 

X

 

 

 

Hyla arborea

Boomkikker

 

 

X

 

 

X

X

O

Rana graeca

Griekse beekkikker

 

X

 

 

 

 

X

 

Pelophylax kurtmuelleri

Balkanmeerkikker

 

X

X

 

 

X

X

 

Pelophylax epeirotica

Epirus groene kikker

 

 

 

 

 

 

X

 

Reptilia

Reptielen

 

 

 

 

 

 

 

 

Testudines

Schildpadden

 

 

 

 

 

 

 

 

Emys orbicularis

Europese moerasschildpad

 

 

X

 

 

 

X

 

Mauremys rivulata

Balkanbeekschildpad

 

 

X

 

 

X

X

 

Testudo hermanni

Griekse landschildpad

X

 

 

X

 

 

 

 

Testudo marginata marginata

Klokschildpad

X

O

X

 

 

 

 

 

Testudo marginata weissingeri

Dwergklokschildpad

 

 

 

O

X

 

 

 

Sauria

Hagedissen

 

 

 

 

 

 

 

 

Anguis cephallonica

Peloponnesoshazelworm

 

 

 

 

X

 

 

 

Pseudopus apodus

Scheltopusik, Glasslang

 

 

 

X

O

 

 

 

Chamaeleo africanus

Afrikaanse kameleon

 

 

 

 

 

 

X

 

Cyrtopodion kotschyi

Egeïsche naaktvingergekko

 

X

 

X

X

 

 

 

Hemidactylus turcicus

Europese tjitjak, Schijfvinger

X

X

O

 

X

 

 

 

Algyroides moreoticus

Peloponnesoskielhagedis

 

 

 

X

X

 

 

X

Lacerta trilineata

Reuzensmaragdhagedis

 

X

X

X

X

X

O

X

Hellenolacerta graeca

Griekse berghagedis

 

 

 

X

X

X

 

 

Podarcis peloponnesiacus

Peloponnesos(muur)hagedis

 

X

 

 

 

X

 

 

Podarcis tauricus

Taurische hagedis

 

X

 

 

 

 

 

 

Ablepharus kitaibelii

Johannisskink

X

X

O

X

X

X

 

X

Ophiomorus punctatissimus

Gevlekte slangskink

 

 

X

X

O

 

 

O

Serpentes - Ophidia

Slangen

 

 

 

 

 

 

 

 

Hierophis gemonensis

Balkantoornslang

 

 

 

 

 

 

 

 

Platyceps najadum

Slanke toornslang

 

 

 

 

 

O

O

 

Malpolon insignitus

Oostelijke hagedisslang

X

 

 

O

 

 

X

O

Natrix tessellata

Dambordslang, Dobbelsteenslang

 

 

O

 

 

 

X

 

Telescopus fallax

Katslang

 

X

 

 

 

 

X

 

Vipera ammodytes

Zandadder

 

 

 

X

X

 

 

 

Totaal aantal soorten

 

6

11

11

11

12

8

12

7

O niet door mij waargenomen

X door mij waargenomen