Vlindertrip Eifel, 2 t/m 5 juni 2023

Deelnemers: Martin Edelman en Ria Pereboom

Vrijdag 2 juni vertrok ik met mijn natuurmaatje Ria  om circa 8 acht uur 's ochtends vanaf Ria's huis. Onze eerste bestemming lag nog in Nederland, bij de bossen van Vaals, waar de Kranssalomonszegel groeit. Deze plant staat hoog op mijn verlanglijst. De plant was gauw gevonden. Na een fotosessie en een koffiepauze vervolgden we onze weg. Het volgende doel was het Perlenbachtal, waar onder andere de Blauwe vuurvlinder voorkomt. Voordat we daar aankwamen maakten we nog een korte stop in de buurt van Kloster Reichenstein.  Hier vonden we verschillende Boterbloempjes, een Argusvlinder  en ook weer Kranssalomonszegel. Hier hebben we nog een bak koffie genomen. Het was nog maar een klein stukje naar het Perlenbachtal. We hebben de auto daar geparkeerd en zijn naar beneden gelopen. Al heel snel zag Ria de eerste Blauwe vuurvlinder. In totaal hebben we er 10-tallen gezien. Een geweldige omgeving is het. We hoorden een Fluiter. Deze liet zich lokken en goed fotograferen. Daarnaast vonden we naast de Blauwe vuurvlinder nog een nieuwe vlindersoort voor mij: de Ringoogparelmoervlinder. Andere leuke soorten die we zagen waren Koninginnepage, Klaverblauwtje, Groentje en Vals witje. Hierna gingen we richting ons hotel: Besttime Hotel in Monschau. Deze  had ik via Booking.com geboekt. Via een zeer steil eenrichtingsweggetje met wat scherpe bochten bereikten we het hotel en kon ik op onze vooraf gereserveerde parkeerplaats parkeren. Aan de balie betaalde ik de nog te verrekenen kosten voor de parkeerplaats en het ontbijt. We konden ons installeren. Een paar honderd meter vanaf ons hotel vonden we een fijn, goed en goedkoop restaurant: Eifel -Stübchen. Ons maal bestond uit aardappelsoep, salade en schnitzel met patat. Daar dronken we heerlijke Erdinger Weissbier bij. En een afsluiting namen we nog een bak koffie.

De tweede dag van ons verblijf in de Eifel, genoten we om acht uur van een overheerlijk ontbijtbuffet. Bij het uitrijden van Monschau reden we langs de Ruhr, waar ik vorig jaar de Waterspreeuw fotografeerde. Toch even stoppen, want het is een nieuwe soort voor Ria. Al gauw pikte ik hem op en kon Ria mooie foto's schieten. Hierna vertrokken we naar een oude kalkgroeve nabij het plaatsje Keldenich. Vorig jaar zomer was ik hier met mijn gezin en vond toen veel mooie vlinders. Ik had vooraf de verwachting vanwege de kalkhoudende grond, dat we veel orchideeën zouden zien. Helaas vonden maar 1 orchidee en die was nog niet eens in bloei. Maar qua vlinders hadden we niet te klagen. We vonden Argusvlinder, Aardbeivlinder, Kalkgraslanddikkopje, Dwergblauwtje, Bruin dikkopje, Bont dikkopje en Tweekleurig hooibeestje. We hebben voor Ria nog een paar mooie stukken koraal uit het Boven Devoon verzameld. Onderin de groeve zaten jonge Zwarte roodstaarten te bedelen om eten. Hierna gingen we naar een kruidenrijk gebied tegen de heuvel Höneberg nabij het plaatsje Hüngersdorf , vorig jaar aangewezen door natuurvriendin Wilma van Holten. Hier vlogen veel vlinders, zoals Veldparelmoervlinder, Sleutelbloemvlinder, Voorjaarserebia, Bont dikkopje, Klaverblauwtje en Dwergblauwtje. We zagen ook jonge  Matkoppen. Aan de bovenkant van de groeve (Steinbruch Höneberg) vonden we op aanwijzing van een natuurgerichte Nederlander een aantal orchideeën. Grote muggenorchis, Welriekende nachtorchis en Soldaatje. Hier kon je ook stukjes fossiele koraal uit het tijdperk van het Midden Devoon vinden. Het was nog goed een uur terugrijden naar het hotel. Na ons even kort opgefrist te hebben gingen we naar het door ons eerder bezochte restaurant. We proostten met Erdinger Weiss op de succesvolle dag en lieten ons het eten goed smaken. Voor Ria een forel en voor mij een varkenssteak. Voldaan gingen  we  terug naar het hotel voor onze welverdiende nachtrust.

Op de derde dag gingen we na het ontbijt op weg naar de Hoge Venen, een hoogveengebied dat grotendeels in Belgié ligt. Toen we daar aankwamen bleken de wandelpaden in het veen met de plankieren afgesloten in verband met gevaar voor veenbranden. Ik denk dat dit gebeurd is op last van de brandweer. Die heeft zeer waarschijnlijk aangetoond dat de paden door deze gebied niet brandveilig meer zijn. Deze tegenvaller noopte on om meer de hoofdwegen te bewandelen. Totaal hebben we daar ruim 5 km gelopen. Met mijn zware bepakking (camera's plus lenzen) viel dat niet mee. Gelukkig konden we mooie foto's maken van Aardbeivlinder, Bont dikkopje en Metaalvlinder. Na deze beproeving besloten om nog een keer een bezoek aan het Perlenbachtal te maken. Een tussenstopje bij de parkeerplaats van de eerste dag in de buurt van Kloster Reichenstein hadden we een leuk en grappig gesprek met een Nederlandse wielrenner over de hobby's van elkaar. Voor dat we de auto instapten om verder te gaan kwam er een kameelhalsvlieg op mijn arm zitten, Een soort gaasvlieg met een lange nek. In het Perlenbachtal vonden we weer veel van het zelfde, zoals Blauwe vuurvlinder, Klaverblauwtje, Ringoogparelmoervlinder. Nieuwe soorten voor ons voor daar waren Bosbeekjuffer, Aardbeivlinder en Bont dikkopje. Er werden weer diverse mooie foto's gemaakt in een zeer ontspannen sfeer, Redelijk vroeg in de middag gingen we terug naar het hotel. Van daaruit gingen we shoppen in Monschau voor de beroemde mosterd. Het was deze dag erg zonnig en behoorlijk warm, wat ook af te lezen was aan  het grote  aantal bezoekers in het historisch centrum van Monschau. Omdat het erg druk was op de terrasjes, dacht ik dat we mogelijk geen plaats zouden hebben bij ons inmiddels vertrouwd restaurant. Gelukkig waren de zorgen niet terecht en konden we direct aanschuiven. We kozen er allebei weer voor om een schnitzel te nemen. Ik nam hem nu met mosterdsaus en Ria met paddenstoelensaus. De eerste avond was het net andersom. Volgegeten gingen we terug naar het hotel voor alweer de laatste overnachting van de vakantie.

Op de vierde en laatste dag van onze natuurvakantie vertrokken we,  nadat we ontbeten en uitgecheckt hadden, naar het natuurbeschermingsgebied Schlangenberg in de buurt van Breinigerberg. Dit is een zeer vlinderrijk gebied, hemelsbreed maar zestien kilometer van de Nederlandse grens verwijderd, waar lood en zink in de grond. We troffen daar dan ook het Zinkviooltje aan. De zon scheen al volop bij aankomst. Al gelijk aan het begin kwamen we een paar Nederlanders tegen, die ook aan het vlinderen waren, Zij konden ons vertellen op welke vlinders we kans hadden. Nieuwe vlinders voor ons voor deze trip waren Zilveren maan en Rode vuurvlinder.  Het vinden van de  Rode vuurvlinder kostten ons wel enige moeite. Verder zagen we onder andere ook Tweekleurig hooibeestje, Dwergblauwtje, Klaverblauwtje, Bruin dikkopje, Bruine vuurvlinder en een Oranje luzernevlinder. Een mooie waarneming was de Weegbreebeer en de mooie rode wants: Rotsridderwants. Het werd in de loop van de ochtend steeds warmer met een stralende zon. We besloten daarom om naar onze huizen in Barendrecht te rijden. Halverwege de middag waren we weer thuis en konden we nog even nagenieten van deze geweldige en onvergetelijke natuurtrip.

 

Auteur: Martin Edelman