Deelnemers: Aad de Boer, Peter de Barse, Dick Reijnhout, Hans Mom, Ton Elzerman, Sander Elzerman, Gerrit Heester, Dick Hörters en Martin Edelman
Inleiding
Toen Aad vorig jaar opperde om met de oude vogelgroep een vogelreis in de Huesca opnieuw te beleven was iedereen heel enthousiast. Vorig jaar zomer (16 juli) was een eerste voorbesprekingsbijeenkomst bij Aad in Zevenbergen. Een paar van ons konden toen niet aanwezig zijn. We genoten van de barbecue. Het was weer ouderwets gezellig, alsof het de dag van gisteren was. Na het een en ander afgestemd te hebben regelde Aad het verblijf, de vliegtickets en de auto's. Op 13 april van dit jaar hadden we een laatste voorbespreking bij Peter de Barse thuis in Strijen. Hier werden de laatste zaken afgestemd. We werden zeer hartelijk ontvangen door Peter en Annemieke. Na een leuke wandeling in de natuur van Strijen konden we aanschuiven aan de eettafel. Annemieke had ons een heerlijk maal voorgeschoteld! Nog maar een maandje tot de reis echt van start ging, we hadden er allemaal veel zin in. Een kleine week kregen we het vervelende bericht dat Dave van der Spoel niet meekon, omdat hij zijn achillespees bij het sporten had afgescheurd, dat betekent zes weken gips. Echt heel sneu voor iedereen. We gingen Arendsoog missen om zijn scherpe blik en kennis, maar ook om zijn leuke droge humeur.
De basis van het onderstaand dagverslag is opgesteld door Hans Mom. Ik heb het verslag waar nodig omgezet naar mijn eigen beleving.
Maandag 13 mei
Nadat Sander om 10 over 3 opgehaald is door de taxichauffeur zijn ze rond kwart voor 4 bij mij. Van daaruit rijden we naar vliegveld Eindhoven waar we net voor 5en arriveren. Al snel zien we de rest van de deelnemers aan deze jubileumreis en verwelkomen hen. Inchecken en door de security is geen probleem en als ook nog het vliegtuig op tijd vertrekt, zit de gang er goed in. In zeven kwartier zetten we voet aan de grond in Barcelona en door naar de autoverhuur, nadat we de koffers van de bagageband geplukt hebben.
Bij de autoverhuur kan Hans creditcard geen verbinding maken, ondanks het maximum aan positief saldo, dus moet Aad bijspringen. We krijgen drie ruime auto’s en Dick en Gerrit rijden met mij mee. Altijd even wennen zo’n vreemde auto en het levert door de dag wat strubbelingen op. Het begint bij de slagboom om het terrein van de verhuurder te verlaten. De scanner leest de barcode niet. Het blijkt dat je de QR-code aan de andere kant van de kaart moet laten scannen, maar dat weten we pas na wat proberen en hulp van Aad.
We rijden vanuit Barcelona richting Taragona en bij het eerste tolpoortje wil de slagboom niet open, omdat de bankpas niet gelezen kan worden. Gek genoeg doet de creditcard het hier wel. Ra ra, hoe kan het.
We komen even na het middaguur aan bij de Ebro Delta. Een prachtig moerasgebied met daarnaast veel rijstteelt. Als we het gebied inrijden is het meteen raak, naast een koereiger en meerdere steltkluten vallen 2 sterns op, die we met hun dikke zwarte snavel kunnen determineren als Lachsterns, een derde stern met zwarte onderdelen blijkt, na enige twijfel van mijn kant, onmiskenbaar een Witwangstern. Een pjietende Graszanger, een verre Bruine kiekendief, een Purperreiger, Grote en Kleine zilverreiger en Waterhoen worden aan de lijst toegevoegd. Een overvliegende Zwarte ibis is pas een van de vele die we gaan zien.
Even verderop parkeren we de auto’s en gaan lopend verder. Naast de auto zit een grote Egyptische treksprinkhaan en in de rietpluimen zien we een Grasmus. In het riet is de Grote karekiet met meerdere exemplaren aanwezig. We lopen naar een platform en onderweg ziet Sander een Purperkoet in het riet scharrelen. Ik ontdek een opvliegende Woudaap. Bij de grote plas zien we naast verschillende zilverreigers een Ralreiger. Twee Krooneenden zijn kortstondig op het water te bewonderen en een leuke waarneming zijn de twee mooie Dunbekmeeuwen.
Als we even later langs de Middellandse zee staan ontdekken we Dwergsterns en Visdieven en zo wordt de lijst steeds langer. Ik zag daar op een zoutplaat een Grote zandloper wegschieten. Een Koninginnepage en een Zuidelijke keizerlibel verkennen de berm en wij zien een grote groep van wel 30 Witwangsterns in een rijstveld.
Bij Lo Goleró zien we een fantastisch schouwspel met broedplaatsen van zo’n 30 Zwarte ibissen en meerdere zilverreigers. Ook een Kwak is met nestmateriaal aan het slepen. In de verte ziet Sander als eerste een Audouins meeuw, een mooie soort, die we misschien niet meer gaan zien. De Witwangsterns flappen over het moeras en als we na veel genieten weer vertrekken ziet Hans een ralreiger.
We gaan in L’ Ampolla boodschappen doen. Na enig rondrijden vinden we een Spar en Aad en ik vullen een kar met boodschappen, die we daarna over de auto’s verdelen. Degenen die niet naar de supermarkt gingen konden de Catalaanse muurhagedis bewonderen. Dan volgt een rit van tweeënhalf uur richting Salas Altas, deels over provinciale wegen door een prachtig landschap, dan weer over de snelweg met wisselende uitzichten. Onderweg nog een stop met Kuifmees (gelokt met geluid), Europese kanarie, Koolmees en Roodborst.
Ons verblijf, Casa Domper, blijkt een gigantisch huis met 10 (huis)kamers. De eigenaresse vertelt honderduit, er komt geen eind aan. Gelukkig spreekt Aad aardig Spaans. Gelukkig weten Hans en ik iedereen te bewegen naar een restaurant op zoek te gaan, in plaats van de broden op te eten die de eigenaresse voor ons heeft klaargelegd. In Salas Altas en Salas Bajas blijkt er niets open te zijn, maar in Barbastro, 10 kilometer verderop vinden we uiteindelijk een prima restaurantje waar we buiten gezellig eten. Ik nam daar Calamari. Om 23:30 zijn we pas thuis.
Dinsdag 14 mei
Twee corveeërs (waaronder ik) hebben de tafel gedekt en water gekookt, dus we schuiven aan bij een goed gedekte tafel en ik laat me het ontbijt goed smaken. We maken iets klaar voor de lunch en daarna is het wachten totdat de regen ophoudt, die vanochtend ruimschoots valt. Om kwart voor tien is het droog en vertrekken we richting Sierra de Guara. Dat is niet ver rijden en speciaal uitgekozen om het na de lange reis van gisteren rustig aan te kunnen doen. Vrijwel meteen is het raak met een Buizerd gevolgd door een mooie Slangenarend, terwijl de Nachtegalen luid zitten te zingen in de struiken. We rijden eerst door een dorpje en stoppen op de brug over een kleine stroom. We scoren hier Rode wouw, Groenling, Putter, Houtduif, Zwarte roodstaart, Gierzwaluw, Huiszwaluw, Boerenzwaluw, Huismus, Zwartkop, Wilde eend, Zwarte spreeuw, Zwarte wouw, Purperreiger en Bijeneter. Niet gek om de dag mee te beginnen.
De volgende plek is gewoon een weggetje in niemandsland. We parkeren de huurauto's aan de kant. Aad rijdt in een Peugeot 2005, Peter in een VW T-Roc en Hans rijdt in een Seat Ateca, allemaal ruime auto's, maar mooier is het veldje waarbij we parkeren dat is omrand met een prachtig boeket van klaprozen. Als eerste zien we hier een aasgier, gevolgd door opnieuw een Zwarte wouw, een Kuifleeuwerik en een Roodkopklauwier. Aad ziet een Orpheusspotvogel, die we door de scope allemaal goed kunnen bekijken. Daarna geven de Vale gieren een prachtige show boven ons hoofd en ontdekken we nog Wespendieven en een onverwachte Visarend. Als er dan ook nog Alpengierzwaluwen overvliegen kan de dag al niet meer stuk. En dan te weten dat we dit allemaal krijgen te zien, omdat Ton zijn chauffeur per abuis een afslag te vroeg laat nemen.
Een volgende stop met prachtig uitzicht levert niet veel vogels op deze keer, maar wel een adonisblauwtje, die Hans met dichte vleugels kan fotograferen, maar de mooie blauwe binnenkant is Hans niet gegund. We vorderen slechts langzaam. Steeds weer is er iets te zien en zetten we de auto's langs de kant. Deze keer voor een zingende Grauwe gors, een algemene soort, maar zo dichtbij toch erg mooi vind ik.
Daarna rijden we naar Sipán een klein plaatsje in de bergen waar Dick Reijnhout, Aad en Peter tijdens hun reis verbleven. Onderweg levert dat Boomleeuwerik, Scharrelaar, Westelijke orpheusgrasmus en Bijeneter op en enkele verkeersonveilige momenten omdat we op de weg stoppen, kijken en de boel blokkeren. Zoals Hans bijvoorbeeld doet om de Scharrelaar op de foto te kunnen krijgen. Helaas op afstand, op een draad en met tegenlicht, maar misschien krijg ik nog betere kansen.
Bij Sipán aangekomen gaan we een kleine wandeling doen in de omgeving. Het levert na wat turen een mooie bergfluiter op, een overvliegende Slangenarend, een bont zandoogje en meerdere zwarte wouwen. Verder Wielewaal, Pimpelmees, Witte kwikstaart, Vink, Europese kanarie en koolmees, terwijl we overal nachtegalen horen. We steken de Middeleeuwse Puente de Sipán over, die overbrugt de rivier Guatizalema op de oude Arbaniés-weg. Landschappelijk heel mooi, maar de vogels laten het een beetje afweten. We hopen een Waterspreeuw tussen de rotsen in de rivier te kunnen ontdekken, maar verder dan een Winterkoning komen we niet.
De laatste bestemming van de dag is de dam bij Vadiello. De dam ligt temidden van een prachtig landschap met groene bergen en markante rotsen waarlangs Rotszwaluwen zweven en is omringd door diepe dalen met snelstromende beekjes waarin Peter van afstand een grote gele kwikstaart ontdekt. Onderweg stoppen we voor een groepsfoto. Als we niet meer verder kunnen, parkeren we de auto en lopen nog een klein stukje verder. Enorme pijlers torenen boven ons uit en als we door een tunneltje lopen ziet Sander dat er in een aantal gaten in het plafond vleermuizen zitten. Het zijn twee soorten, waarvan ik er één duidelijk op foto heb: de Grote vale vleermuis.
Vale gieren, Aasgieren en een Rode wouw zweven door de lucht, maar dan ziet Dick Hörters opeens hoog in de lucht een Lammergier, die recht op ons af vliegt. De foto’s geven weer hoe ver weg de vogels meestal zijn. Een mooie foto maken is dan ook steeds weer een uitdaging. Een Blauwe rotslijster, die Hans even daarvoor meende te horen laat zich nu ook zien, waardoor de dag met mooie klappers afgesloten wordt.
Op de terugweg bij Loporzano wordt er getankt, want het reservelampje brandde al in Hans auto. De auto van Hans tankt anderhalf keer zoveel als Peter met z’n auto, dus we denken dat deze tank niet vol zat en we dus bedonderd zijn.
We rijden naar Barbastro en doen bij de Lidl boodschappen. Daarna stranden we voor de tweede keer op het gezellige stadsplein met platanen waar we buiten het diner gebruiken.
Woensdag 15 mei
Ik ben er weer vroeg bij en hielp met het ontbijt. Ik bak onder andere de eieren. Bij de buitenlamp (met ingedraaide blacklight) zit een mooie Roomvlek. Rond 09:00 uur zijn we klaar met het ontbijt en vertrekken we richting Pyreneeën. Doel is de Añisclokloof en het scoren van typische bergsoorten.
We verlaten Salas Altas en rijden in noordelijke richting over de A-2208. We stoppen al snel op een soort plateau waar we als eerste een Orpheusspotvogel zien, terwijl een Grauwe gors zijn rinkelende liedje zingt in een kale boom. Sander hoort en ziet twee Kleine zwartkoppen, die elkaar achterna zitten. Peter ziet een Grijze gors, die helaas niet door iedereen gezien wordt. Aad roept dat we verder gaan, maar in plaats van in te stappen, wil hij - heel legitiem - Dick H. de Kleine zwartkoppen laten zien en loopt daarna nog naar de tegenoverliggende struiken om verder te zoeken. Dus het duurt weer even.
Bij de volgende stop horen we Westelijke Orpheusgrasmus en een Boomleeuwerik die luid lululu zingt. Wederom is het Sander die een nieuwe soort ziet vliegen, een Provençaalse grasmus. Het beest laat zich moeilijk zien en vliegt steeds van de ene naar de andere struik, maar uiteindelijk vangt iedereen tenminste een glimp op van deze leuke soort.
We rijden naar Anissa en scoren onderweg nog Boomkruiper, Wielewaal en Fuut. Bij de ingang naar de kloof zien we een Grote gele kwikstaart bij de brug, waar we ook Gaai, Staartmees, Vuurgoudhaan en Zwartkop toevoegen. Het blijkt dat de kloof wegens steenslag is afgesloten, dus we kunnen al snel niet verder, dan maar de alternatieve route vanuit Escalona noordwestwaarts. Terug naar de brug zien Sander en Hans vlak naast de auto een mooie Dwergarend, die echter door de andere auto’s gemist wordt. Op weg richting Fanlo zien we raven, een Alpenkauwen, Alpenkraaien en twee mooie Grauwe klauwieren. Bij het volgende uitzichtpunt, waar we de besneeuwde drieduizenders van de Pyreneeën zien, komende een overvliegende Goudvink en een Zwarte mees voor het eerst op de lijst. Steile rotsformaties, groene met bomen bedekte hellingen en snelstromend water in de vallei vormen een ultiem landschap.
Bij Fanlo bereiken we op 1300 meter ons hoogste punt vandaag en dat wordt gevierd met het ontdekken van enkele Citroenkanaries. Grote bonte en Iberische groene specht die we zien, zijn de eerste twee spechten op de lijst. Als we willen vertrekken komt er een Lammergier mooi overvliegen. We volgen stroomopwaarts de Rio Ara en als we weer eens stoppen, ziet Aad een Roodstuitzwaluw. Een Rode wouw is een mooie prooi voor de fotografen als het beest een vliegshow vlak boven onze hoofden opvoert. Bij een stop bij een zeer oud gebergte (Parque de Geologico de los Pirineos, 550 miljoen jaar oud gesteente) ontdekt Dick H door het wegrollen van een steen een raar beest. Ik kon hem uitsluitsel geven dat het ging om een relatief gevaarlijke schorpioen: Buthus ibericus/occitanicus. Toch werd er ondanks de gevaarlijkheid driftig met de telefoon op los gefotografeerd. Ik hield een oogje in het zeil voor het geval ze met de telefoon te dichtbij de gifstekel kwamen.
In Aínsa shoppen we boodschappen bij de Dia en dan besluiten eerst naar Casa Domper te gaan. Onderweg ziet Hans nogmaals een Dwergarend vliegen, die wederom niet door de andere auto’s wordt gezien. Voor thuiskomst zien we nog twee Zomertortels, twee Rode patrijzen en een Bijeneter op een draad. Een mooie afsluiter van de dag. Echte bergsoorten hebben we gemist, dat blijkt toch niet gemakkelijk te zijn.
Eten doen we in Altas Bajas. Het leukste moment is wel als Dick zijn Bacalao zit op te eten. Dat van hem ziet er heel anders uit dan de kabeljauw van Dick R. Dan pas komt de bediening met een bord Bacalao dat voor Dick bestemd is. Dick bleek de Canelones Driehuis moest delen met Martin en Peter, te hebben aangezien voor kabeljauw. We kwamen niet meer bij van het lachen.
Donderdag 16 mei
We staan vanochtend vroeg op, want de Monegros krijgt vandaag een bezoekje van ons en dat vergt een lange rit. Ik bak de eieren en kook de eieren, dat wordt een dagelijks ritueel. Helaas blijkt bij het ontbijt dat er geen brood meer is voor de lunch, dus probeert Aad in het dorp een bakker te vinden. Dat lukt echter niet, dus vertrekken we en kopen onderweg in Monzon bij de Orangutan supermarkt een paar heerlijke verse ronde broden die we in de loop van de dag met goed beleg erop nuttigen.
We nemen de A-130 richting Alcolea de Cinca. We worden opgehouden door een aantal grote en langzaam rijdende werkvoertuigen Daarom stoppen we bij een paar goed uitziende plasjes alvorens verder te gaan. Hier scoren we Kemphaan, Kievit, Tureluur, Geelpootmeeuw, Ralreiger, Zwarte wouw, Wespendief, Bontbekplevier en nog wat soorten. Een goed begin.
Bij Ontiñena gaan komen we in de Monegros en gaan we verder zuidelijk over de A2214 naar Candasnos. Sinds de vorige keer is hier heel veel land gecultiveerd, staan er veel sproei installaties en zijn er veel megastallen voor varkens. Leuk voor de voedselproductie, maar desastreus voor het oorspronkelijke steppelandschap en de daarbij horende vogels. Wel zien we een prachtige Steenarend, die zich helaas maar kortstondig goed laat zien.
Bij Bujalaros nemen we de A2105 in zuidwestelijke richting in de hoop hier de steppevogels te vinden. De gewenste plasjes (Salina’s) staan droog en het is zoeken naar een goede plek. We vinden er een die veel Kortteenleeuweriken oplevert en zelfs drie Dwergarenden.
Onderweg zien we vanuit de auto nog een Vos, maar verder is het erg rustig. We besluiten de auto's te parkeren bij wat vervallen schuren. Op de nestkastjes van de schuur hierboven ontdekken we van afstand een Steenuil.
Op een andere schuur zien we drie Kleine torenvalken vliegen. Het is nog lastig determineren, want de mannetjes missen de grijsblauwe bovenste dekveren, maar een 2kj vogel heeft deze kleur nog niet. Een Brilgrasmus houdt zich op in een struik voor het schuurtje. Als enige ziet Hans een Keizersmantel op het veldje bij de torenvalken. De Grijze gorzen die kortstondig op het schuurtje zitten wordt door een aantal van ons gezien. Een snelle Iberische skink wordt door Ton op de film vastgelegd. Er vliegen veel Kalanderleeuweriken rond en als we de weg weer oprijden zit er een Kortteenleeuwerik niet al te ver weg naast de auto.
Op de terugweg nemen we weer de A2214 waar op een heuvel 2 hele mooie Westelijke blonde tapuiten en ook meerdere bijeneters te zien zijn, waarvan er een zich zelfs in een struikje laat vastleggen. Ook Alpenkraaien laten zich zien en een Grote zandloper.
Het volgende doel is de Laguna de Sariñena waar we aan het einde van de middag aankomen. Een luid krassende Grote karekiet verwelkomt ons. Bij het meer vliegt ook een Zwarte stern en een tweetal Witwangsterns. Een wandeling langs de rand van het gebied levert de eerste Duinpieper op en ook een roepende Kwartel. Verder heel veel soorten als Kneu, Europese kanarie, Kleine zwartkop, Roodborsttapuit en Grauwe gors.
Een mooie afsluiter waren twee Bijeneters in een boom. We rijden naar Sariñena, parkeren de auto's en zoeken een restaurant op. We kunnen buiten zitten. Ik neem sepia. We zijn nog getuige van een aanrijding van een scooter met een stilstaande auto, maar er vallen geen slachtoffers, wel een kras op de kofferbak. De terugreis vergt nog een uur. In het donker rijden we naar Casa Domper waar we om 23:00 uur aankomen.
Vrijdag 17 mei
Bij het wakker worden schijnt de zon al. Het pleintje voor Casa Domper is net als altijd uitgestorven.
Vandaag rijden we naar Timoneda d’ Alfes, een voormalig vliegveld ten zuidoosten van Lleida. Hier hopen we Witbuikzandhoen, Duponts leeuwerik en Kleine trap te vinden. Als we na een uurtje afslaan en naar de parkeerplaats rijden ziet Hans in zijn ooghoek een hop. Een soort die al eerder gezien was. Even verder zien we er nog twee. We parkeren de auto’s en gaan op pad. Het gebied is beschermd en de velden zijn afgezet met paaltjes en touw. Het is een kakofonie van zingende Kuif-/Theklaleeuweriken en Kalanderleeuweriken. Wij horen een gek geluid. Sander ziet hierna twee Witbuikzandhoenders over het veld vliegen. Eerste goede soort is dus binnen. We zien weer veel Ooievaars, Vale gieren, Rode en Zwarte wouwen. Op een plek waar de Duponts gemeld waren luisteren we goed, maar we horen nog geen Duponts. Even verder ziet Sander een Iberische klapekster en Hans ziet twee scharrelaars jagen boven het graan. Omdat de Duponts op zich laten wachten, worden er vlinders op de foto gezet. Op de terugweg vliegt er een donkere vorm Dwergarend en een Slechtvalk over. Nadat Sander bij een holte onder een steen een groet hagedis, vermoedelijk Parelhagedis weg zag schieten, beloofde ik op de terugweg vooruit te lopen in de verwachting dat de vermoedelijke Parelhagedis wel weer te voorschijn zou komen. En inderdaad zien we de Parelhagedis, zelfs een paartje, rustig op de uitkijk voor het hol. Het is de grootste hagedis met poten van Europa. We zien op een paadje in het veld verschillende kameelspinnen lopen. Ik wist niet dat ie ook in Europa voorkomen, Helaas missen we naast de Duponts leeuwerik ook de Kleine trap., maar op de weg die het gebied uit leidt, ziet Dick R. een Steenuil op het schuurtje waar we ook op de heenweg al een Steenuil dachten te zien. De steenuil vliegt weg, maar er zit nog een andere verstopt in een van de gaten onder de dakpannen.
Daarna rijden we naar Alquézar, een prachtig middeleeuws dorp, waar we een wandeling gaan maken langs de rivier de Vero. De wandeling heeft de naam “Las Pasarelas de Alquézar. We kopen tickets en dalen af in de rivierkloof. In het begin van de wandeling worden we er op gewezen dat er een bijzondere plant Ramonda myconi en de Pyreneeënbeeksalamander in het gebied aanwezig zijn. Er zijn stenen trappen, maar ook houten en ijzeren trappen en loopbruggen. Het is een nauwe kloof en deze is dichtbegroeid. Waar ik kan keer ik stenen, maar geen salamander te zien. Wel heb ik de plant veelvuldig gevonden. Vogels zien we niet veel, alleen wat overvliegende vogels en in de kloof een Grote gele kwikstaart, maar landschappelijk is het er prachtig. Dan begint het te regenen en ook te onweren. Het gaat nog even flink los, maar gelukkig kunnen we schuilen onder overhangende rotsen, die een soort grot vormen. Dan gaat het weer verder over de loopbruggen. Dan ineens roept Sander naar mij. Hij ziet een hagedis of salamander op een steen omgeven door kolkend water Ik loop sne terug over de smalle ijzeren steiger, want een hagedis kan het niet zijn, gezien de omstandigheden. En ja hoor het is een Pyreneeënbeeksalamander. Ik ben heel blij en bedank Sander voor zijn scherpe blik. Hoog boven ons zien we een Vale gier op de uitkijk. De lucht is kraakhelder na de onweersbui. Bij een platform zien we overal Vale gieren op de rotsen zitten en er komt ook een lichte fase Dwergarend voorbij, die lastig wordt gevallen door een Torenvalk. Sander scoort een Cirlgors, die mooi door de telescoop gezien wordt.
Rond zeven uur zijn we terug op de parkeerplaats en rijden we naar het restaurant aan het begin van het dorp. Ik kies deze keer voor lekkere en grote entrecote. Het smaakte heerlijk.
Om 22:00 uur zijn we thuis en maken we de lijstjes van gisteren en vandaag compleet. Na een uurtje gaat iedereen naar zijn kamer en wordt het al snel stil.
Zaterdag 18 mei
We gaan vandaag eerst naar Los Mallos de Riglos waar we Zwarte tapuit hopen te zien. We vertrekken even na half negen en zijn er om 10:00 uur. We lopen omhoog richting kerk en gaan een bergpad op. We zien eerst een Zwarte roodstaart en daarna een Kleine zwartkop terwijl de enorme zuilen boven ons uit torenen. Aan de steile wanden zien we meerdere bergbeklimmers die de loodrechte wanden beklimmen. We horen een Blauwe/Rode rotslijster, zien hem vliegen, maar door het tegenlicht kunnen we het niet helemaal afmaken, maar een Blauwe is de meest waarschijnlijke.
Peter loopt nog verder omhoog en Gerrit, Sander en Hans volgen. Nadat ik larven van de Rugstreeppad heb gezien ga ik ook omhoog en kom het viertal tegen. Zij geven aan een Provençaalse grasmus goed gezien en gefotografeerd te hebben. Uiteindelijk lukte het mij ook om de vogel, wel een stuk minder, op de foto te zetten. De Zwarte tapuit wordt niet waargenomen.
Na de koffie rijden we naar Valle de Hecho waar we rond 13:00 uur arriveren. Bij Boca del Infierno posten we een half uurtje bij de steile wanden, maar een Rotskruiper laat zich niet zien. We rijden verder door het dal over een smalle weg. Er staan heel veel orchideeën (Gele en Rode vlierochis en Mannetjesorchis) in de alpenwei en we zien een nieuwe soort voor de reis, een Geelgors. Ook twee Alpenmarmotten laten zich zien. Aan het einde van de weg gaan we lopend op zoek naar meer leuke soorten. Een Tuinfluiter is nieuw voor de lijst, maar we hopen op Waterspreeuw. Aad en Hans zien lopend voorop een exemplaar ver onder hen over de Beek vliegen, maar de anderen zien deze niet. Ik struin het beukenbos af en keer de nodige stenen om een Vuursalamander, die hier veelvuldig voorkomt, aan te treffen. Helaas vind ik geen Vuursalamander, maar wel een groet Iberische skink en een landfase Pyreneeënbeeksalamander. Een grote groep Alpenkraaien boven de besneeuwde toppen is een prachtig gezicht.
Op de terugweg zien Gerrit en Peter Waterspreeuwen vlak langs de weg, die iedereen kan zien en fotograferen.
We willen in Hecho boodschappen doen, maar de keuze is er te beperkt, dus rijden we naar Huesca. Onderweg nog even een fotostop vanwege de blik op de hoge toppen van de Pyreneeën. Niet iedereen vindt het de moeite waard, maar Hans en ik zijn er blij mee.
We doen boodschappen bij de Lidl in Huesca en daarna parkeren we in de binnenstad waar we een pizzeria opzoeken. Het is er druk, want het is zaterdagavond, maar we krijgen een lange tafel, drankjes en een enorme pizza. Het is een gezellig tent en de muziek die ze draaien, lijkt speciaal voor ons uitgezocht. Allemaal nummers uit de ’60-, ’70- en ‘80-er jaren.
Al voor de pizza bij mij naar binnen is heb ik last van mijn darmen en later ook van mijn maag.
Het was een prachtige dag, maar wel met een erg verre rit. Aan veel echte bergsoorten zijn we niet toegekomen, maar Hans en ik wetent uit ervaring met vakanties in de Alpen, dat soorten als Sneeuwvink, Alpensneeuwhoen, Rotskruiper en Alpenheggenmus heel lastig te zien zijn. Veelal moet je boven de boomgrens aan het wandelen zijn om de kans te vergroten. De dagteller is met 53 soorten de laagste score tot nu toe, maar de totaalscore is wel naar 146 soorten gestegen.
Na afloop nog een uur rijden door het donker en als we om 23:00 uur in Casa Domper zijn, is het wel weer genoeg geweest voor vandaag.
Zondag 19 mei
’s Nachts heb ik slecht geslapen, doordat ik veel last had van maagkrampen. Ik heb weinig gegeten bij het ontbijt.De weersvoorspellingen zijn niet heel goed voor vandaag, maar hoe verder oostelijk in Huesca, des te groter de kans dat je het droog houdt. Vandaag splitsen we in twee groepjes. Ton, Sander, Hans en ik gaan naar het vliegveld Timoneda waar we vrijdag ook waren om een tweede poging voor de Duponts leeuwerik te doen. De rest blijft liever dicht bij huis en gaat het oorspronkelijke plan uitvoeren en vertrekken naar Bierge. Bij het uitparkeren heeft Hans ruzie met de elektronische handrem en raakt de muur van de Casa. Drie grote krassen zijn het gevolg. We zouden goed verzekerd moeten zijn, dus hopen wij dat dit ook zo is. Onderweg gaan we in Lleida nog op zoek naar een bakker, maar met eerste Pinksterdag is lang niet alles open. Tenslotte lukt het toch om een winkel voor brood te vinden en een croissanterie voor een croissant voor iedereen. Voordat we bij het vliegveld aankomen zie ik voor ons op een half verharde weg een volwassen Trapslang, onze eerste en enige slang, liggen. Helaas maakt het dier zich snel uit de ‘voeten’ en is in het kruiden- en struikrijk landschap niet terug te vinden. Op het vliegveld treffen we een Spaanse man, die ons veel informatie geeft waar we deze dag dankbaar gebruik van maken.
Het vliegveld levert geen Duponts op, maar dat lijkt sowieso in deze tijd van de dag en van het jaar bijna onmogelijk, zo vertelt de Spanjaard ons. Op de plek waar vrijdag een Kalanderleeuwerik zat, maar lastig te fotograferen was, zit nu weer een kalanderleeuwerik en is beter in een overzichtsplaatje te fotograferen..
Sander merkt twee invallende Grielen op, waar we erg blij mee zijn. De andere groep meldt Baardgrasmus en heeft deze er prachtig op. We zien veel Kalanderleeuweriken en ook Theklaleeuwerik kunnen we deze keer afmaken op soort. Het eerste gebiedje dat we doorkregen van de Spanjaard levert nog een Griel op, nu lopend en zittend zichtbaar. Weer ontdekt door Sander.
Op weg naar Mas de Melon, de tweede aanrader, rijden we over een onverharde weg die een mooie Kortteenleeuwerik van dichtbij oplevert, gevolgd door Bijeneters en Scharrelaars. De weg is erg smal en hobbelig en hopelijk komen we niemand tegen. Voorlopig is in de verste verre niemand te zien, dus heerlijk rustig om te vogelen.
Als we het veldje met de Kortteenleeuwerik scannen, zien we in het westen een dreigend firmament en hoog tegen de donkergrijze met regen gevulde lucht cirkelen Vale gieren. Op de foto slechts als stipjes terug te vinden.
Ook niet verkeerd is een Kalanderleeuwerik die mooi langs de onverharde weg blijft zitten, zodat we nu vanuit de auto van redelijk dichtbij een plaatje kunnen schieten.
Hoewel de weg naar Mas de Melon slechts 8 kilometer is, gaat het erg langzaam. De onverharde weg is lang en hobbelig en steeds weer zien we iets waarvoor we stoppen. We kruisen de LV-7021. Alleen de naam en het hoge nummer zegt al genoeg, er ligt in ieder geval asfalt en het is een doorgaande weg tussen de dorpen Artesa de Lleide en Cogul. Het schiet dus beter op, maar na anderhalve kilometer moeten we links af, richting Mas De Melon, een steppe-achtig natuurgebied op een terrein van een voormalig landbouwbedrijf, vandaar de naam Mas. In de omgeving worden gerst en andere granen voornamelijk gecombineerd met amandel- en olijfgaarden. Het asfalt zit nu vol grote gaten en weer gaat het langzaam, maar daardoor zien we ook een leuke tafereel met Bijeneters. Hier stoppen wij bij een plaats waar Zwarte tapuit zou moeten zitten. Deze was weer onvindbaar. Wel konden we mooie plaatjes van Alpenkraaien schieten.
Bij het scheiden van de markt zit er ook nog een Scharrelaar fotografeerbaar in een struik. We verlaten Mas de Melons en nemen dezelfde weg terug. Vlag voordat we Aspa binnenrijden vliegt een Iberische klapekster over de weg, die net al te ver weg in een struik neerstrijkt. Bij Aspa rijden we rechtdoor, richting Lleida en een tankstation, want we rijden al even op de reservetank.
We vinden op tijd een tankstation en kopen daar een ijsje. Ik at overdag niets vanwege de maagkrampen en liet derhalve ook het ijsje aan mij voorbijgaan.
De laatste aanrader is een gebied met een heel gevarieerde biotoop waar we een Kleine klapekster zouden kunnen zien, maar dat lukt niet. Wel een Orpheusspotvogel, een Grote karekiet, diverse Scharrelaars en Bijeneters en een mooie Roodkopklauwier dichtbij op een sproeier, net als een van de Scharrelaars. Het aantal Houtduiven loopt hier in de honderden en ook Koereigers zien we heel veel. Een grote roofvogel met slanke afgeronde staart is een Havik en is nieuw voor de lijst. We doorkruisen langzaam het gebied nog met de auto, want het gaat regenen. Buiten was het al niet lekker, want het gebied is vergeven van de muggen en een aantal van ons is flink gestoken
Om 17:00 uur besluiten we naar Casa Domper te gaan. Onderweg regent het en voor het eerst voelt chauffeur Hans de vermoeidheid. Helemaal gaar parkeert hij de auto bij de Casa. De andere groep blijkt al eerder thuis te zijn gekomen en die nemen het er ook even van. Ik rust wat uit op bed om de foto’s van vandaag te bekijken. Ik voel dat ik langzaam minder last van mijn maag krijg. Om half acht rijden we naar restaurant Felix in Salas Bajas even verderop. Het duurt even voordat het eten op tafel staat, maar het is zeker niet verkeerd. Ik neem weer calamari en gelukkig heb ik daar en later op de avond geen last van. Het is gezellig, maar iedereen realiseert zich dat het de laatste keer een Spaans diner is omdat we morgen weer richting vliegveld en huiswaarts gaan. Vandaag hebben we 71 soorten gezamenlijk en het totaal van 150 vogelsoorten bereikt.
Maandag 20 mei
Het is vandaag mooi zonnig weer. Ik heb gelukkig ’s nachts geen last meer gehad van maagkrampen. Iedereen is op tijd uit de veren en we ontbijten voor de laatste maal bij Casa Domper. De koffers worden gepakt, er wordt een bezem door kamers, keuken en gang gehaald en de vuilnis wordt buiten gebracht. Als dat is gebeurd, pakt iedereen zijn spullen op en worden de auto’s ingeladen.
We rijden richting Puente de Montañana waar we in een uurtje zijn. Onderweg genieten we van de prachtige, groene Spaanse bergen en de rotsachtige landschappen doorsneden door rivieren. Bij Puente de Montañana rijden we zuidwaarts over een smalle weg naar boven. Onderweg stopt een Spaanse auto en de chauffeur vertelt aan Aad dat deze weg doodloopt. Een aantal van ons ziet onder ons een Roodstuitzwaluw vliegen, maar verder zien we niet veel. Inderdaad staan we even later voor de energiecentrale waar de weg ophoudt. We rijden terug en nemen de afslag met het bord naar Castissent, zoals het in onze Birdwatching Guide to the Pyrenees beschreven is.
We rijden over de smalle weg naar boven en stoppen op het punt waar de weg zich splitst en onverhard verder gaat. Hier parkeren we de auto’s in de berm en stappen uit. Al snel zien we diverse soorten insecten vliegen, zoals Westelijk dambordje, Tweekleurige parelmoervlinder, een prachtig gekleurde vlinderhaft en een Groot spikkeldikkopje.
We zien een mooie Slangenarend boven de vallei zweven, die we op de terugweg op een mast zien zitten. Peter meldt een Steenarend, maar die verdwijnt te snel achter de bergkam om er een definitieve klap op te kunnen geven.
Kwart voor twaalf uur nemen we bij Puente de Montañana de N-230 en de A-14 zuidwaarts richting Lleida. Daar slaan we af naar de A2, die ons oostwaarts naar Barcelona leidt. Het is 241 kilometer rijden, dus inclusief stop kost dat zo’n drie uur rijden. Als we Barcelona naderen wordt het behoorlijk druk op de weg.
Delta de Llobregat, het moerassige gebied ten oosten van het vliegveld van Barcelona, vinden we met enige moeite, maar dan staan we voor ons laatste doel van deze reis en parkeren de auto’s.
Het gebied ligt vlakbij de zee en het is er behoorlijk toeristisch. Op de parkeerplaats vliegen de vliegtuigen in een aaneengesloten rij met een tussenpozen van 1 à 2 minuten vlak boven ons hoofd over. In het nabijgelegen water zitten allerlei exotische schildpadden en een enkele Moorse beekschildpad. Ze zijn behoorlijk tam, wat wijst op dat ze hier gevoerd worden. Dick H. meldt een voor hem onbekende vlinder die met een telefoon heeft vastgelegd. Ik word helemaal blij, het is de Prachtbeer helaas is ie niet meer terug te vinden. We kiezen een route, zien St-Helenafazantjes op het pad zitten en staan na een half uur voor het punt waar we denken naar een uitkijkpunt te kunnen. Helaas is er een sloot en geen overgang, dus het wordt flink omlopen. Het is best warm en het pad biedt weinig uitzicht. Enkele insecten, zoals Bont zandoogje, Moors bruin blauwtje, Kaasjeskruiddikkopje, Iberisch lantaarntje en Purperlibel zorgen voor wat afleiding.
We passeren de officiële ingang, lopen naar een moerassige plas, waar we nog wat foto’s nemen. Een drietal Flamingo’s is hier aan het foerageren. Daarna gaan we naar het vliegveld, leveren de huurauto’s in en droppen onze bagage bij de balie van Transavia en lopen door naar de security. Het gaat allemaal vlot- dat geldt helaas niet voor de afhandeling van de schade van de huurauto zal later blijken – en al snel zitten we aan het avondeten. De vlucht is iets vertraagd, maar voor middernacht staan we weer in Eindhoven aan de grond. Onze taxi kwam niet opdagen. Gelukkig kon Bhartie vanuit huis een andere taxi regelen en waren we toch nog redelijk volgens planning thuis.
Nawoord
Het was een erg leuk reisje, niet in de laatste plaats door het prachtige landschap. Onderling was het heel gezellig, we maakten veel lol om en met elkaar, vermengd met de nodige humor, en er werd geen onvertogen woord gezegd. Casa Domper was uniek en we hebben heel veel gezien. Het weer was overwegend goed en niet al te warm. Prima om vogels te kijken. We hebben ruim 2100 kilometer gereden, dat is best wel veel en het waren lange dagen.
Met dank aan de initiatiefnemers voor deze reis, de voorbereiders van het dagprogramma, de chauffeurs, de scherpe vogel-”spotters” die de mooie soorten hebben aangewezen, de natuurbelevers, de maker van de invullijstjes, degene die de lijsten heeft bijgehouden, de mensen die foto’s hebben aangeleverd en verder iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan dit geslaagde uitje.
Met veel plezier heb ik mijn website gevuld, gebruikmakend van Hans zijn verslag, waardoor het verhalend deel een stuk gemakkelijker werd voor mij. Mijn dank daarvoor Hans!