In het vroege voorjaar had ik met collega Ronald Frank het plan opgevat om reptielen en amfibieën te gaan zoeken op de Peloponnesos, het zuidelijk schiereiland van Griekenland. In oktober 2003 had Ronald daar met een reisgezelschap een archeologische rondreis gemaakt. Vanuit die ervaring kon hij vertellen dat het schiereiland herpetologisch zeer interessant is. Aangezien het schiereiland ook de nodige cultuurschatten rijk is, zou de reis voor onze partners ook interessant zijn. De eerste volle week van mei werd gereserveerd. Esther de Groot, de vriendin van Ronald, zou zich gaan inspannen om de reis georganiseerd te krijgen. De vliegtuigen naar de Peloponnesos bleken helaas volgeboekt te zijn. We moesten ons plan herzien. De zuidkust van Turkije leek een goed alternatief. Cultuur historisch is dit gedeelte van Turkije zeer interessant. Een goed onderkomen is makkelijk gevonden. De biotopen daar aanwezig zijn zeer geschikt voor reptielen. Het enige nadeel van deze streek met betrekking tot fauna en flora is dat literatuur hierover niet goed ontsloten is. Esther ging aan de slag en wist een 8-daagse reis naar Kiris in de omgeving van Kemer te boeken. We zouden verblijven in een 5-sterren hotel Le Jardin genaamd. De vluchtroute was van Amsterdam Schiphol naar Antalya.
Het plaatsje Kiris ligt een kilometer of 8 ten zuiden van Kemer op ongeveer 60 km afstand van Antalya.
Kiris is een relatief kleine stad die, zoals inmiddels veel plaatsen in Turkije, voornamelijk is gericht op de toeristenindustrie. Direct aan de kust is een flink aantal luxe hotels verrezen om aan die doelstelling vorm te geven. Voor Kiris betreft dit een betrekkelijk recente ontwikkeling zodat ongerepte natuur nog binnen loopafstand ligt.
De kuststrook in dat deel van Turkije is vrij smal en loopt, naar zee toe, uit in zand- en kiezelstranden. Direct achter de bebouwde kuststrook liggen verspreid enkele boerderijen, omgeven door boomgaarden en groentetuinen, veelal van kleinschalig niveau. Het achterland wordt gevormd door uitgestrekte berggebieden waarvan de begroeiing veelal uit naaldbomen bestaat, deels gecombineerd met of afgewisseld door (dichte) struikbegroeiing.
Bhartie en ik vertrokken per trein naar Amsterdam Schiphol. We werden door de buurjongen (Marcel) naar station Lombardijen gebracht. Hij had zich verslapen, maar was toch binnen enkele minuten klaar om te vertrekken. De treinreis verliep vlot. Op Schiphol aangekomen wachtten we op Ronald en Esther. We hoefden niet lang te wachten. We checkten in. De vlucht was iets (25 minuten) vertraagd ten opzichte van de geplande tijd van 11.00 in de morgen. Het vliegtuig bevatte geen mogelijkheid tot beluisteren van radio of bezien van tv. Gelukkig duurde de reis maar drie uur. Na een goede landing en aankomst op het vliegveld van Antalya, waren we dan in het Aziatisch deel van Turkije. Het was hier een uur later dan in Nederland. De passage door de douane en het verzamelen van de koffers verliep behoorlijk vlotjes. De bus stond klaar. Waar we geen rekening meegehouden hadden was dat de bus er ruim drie uur over deed om op de plaats van bestemming te komen. Van ons plan om lopend al wat van Turkije te zien kwam deze dag dan ook niets terecht. Het zien van soorten moest dan maar vanuit de bus gebeuren. De volgende vogelsoorten kon ik tijdens de busreis waarnemen: Huismus, Huiszwaluw, Boerenzwaluw, Rotszwaluw, Turkse tortel en Arabische buulbuul. Onderweg zagen we ook nog 3 waterschildpadden (Europese moerasschildpad of Balkanbeekschildpad). Om zeven uur ’s avonds kwamen we bij het hotel Le Jardin in Kiris aan. Na het afleveren van de bagage hebben we heerlijk in het hoofdrestaurant (buffet) gegeten. Er was keus genoeg. Later we op de avond hebben we met zijn vieren een wandeling in de tuin van het hotel gemaakt. Ronald en ik vroegen ons maar steeds wat de dieren waren die behoorlijk wat geluid produceerde rond de vijvertjes van de tuin. We kregen ze niet te zien en weten nu nog steeds niet wat zij geweest zijn. Om de reis te beklinken werden aan de bar nog een paar biertjes soldaat gemaakt. Hierna gingen we onze kamer opzoeken.
3 mei (dag 2)
Na een goed ontbijt zijn Bhartie en ik de tuin van het hotel ingelopen voor een eerste inspectieronde met daglicht. Op de rotsen in de tuin zagen we een prachtige, gedeeltelijk blauwe, hagedis. Een paar maanden later is deze soort door Duitse specialisten gedetermineerd als Lacerta laevis laevis, een soort die hier niet thuis hoort. Verder zagen we in de tuin vogels zoals Arabische buulbuul, Braamsluiper, Merel, Groenling, Vlaamse gaai, Bonte kraai en Grauwe vliegenvanger. Na een tijdje zoeken vonden we Ronald en Esther. We liepen met zijn vieren het hotel uit om de winkelstraat te bekijken. De verkopers van de winkels werkten zich in het zweet om ons over te halen wat te kopen. Esther en Ronald wilden graag naar Kemer. Ik wilde in de buurt van het hotel gaan rondkijken. Esther en Ronald gingen terug om een bus naar Kemer te regelen. Wij liepen nog een stuk door en ik was onderwijl bezig om verschillende planten en insecten (zoals een roofwants) te fotograferen. Bij het teruglopen naar het hotel zagen we rond het hotel nog verschillende vrouwtjes hagedissen (Lacerta laevis laevis) op de muurtjes scharrelen. Bhartie bleef in het hotel. Ik ging nog een stuk de andere kant op. Na een goede kilometer lopen ontdekte ik in bij een afwateringskanaaltje Balkanbeekschildpadden en de Kleinaziatische groene kikker. Sperwergrasmus, Zwartkop en Rietzanger lieten zich hier om en nabij het water zien. Blij met deze waarnemingen keerde ik terug naar het hotel. In de middag keerden Ronald en Esther terug van het dagje Kemer. Ik sprak met Ronald af om naar de schildpadden te gaan. Omdat de zon gedraaid was, waren de schildpadden moeilijk terug te vinden. De Kleinaziatische groene kikker was wat makkelijker terug te vinden. Op een gegeven moment kwamen we terecht bij een weggetje langs een rivier en in de directe nabijheid van de kust. Hier vonden we Hardoen, Roodkopklauwier, Bosrietzanger, Grasmus, Koolmees, Kleine plevier en Krombekstrandloper. Op de terugweg bij een sinaasappelboomgaard ontdekte ik tot mijn grote geluk de Maskerklauwier. Inmiddels hadden de vrouwen in het hotel een afspraak gemaakt om een auto te huren voor de volgende dag voor 30 euro. Dit was een stuk goedkoper dan in de stad gevraagd werd.
Ik besloot nog om een frisse zwempartij in zee te houden. Ronald zag er vanwege het koude water vanaf. Na weer een goed maal hielden we in de Tulipbar in het hotel een bespreking voor invulling van de reis op dinsdag en op donderdag. We besloten om dinsdag een aantal oudheidkundige bezienswaardigheden te bekijken en om donderdag de bergen in te rijden en daar van de natuur te genieten. Er werd op de geplande reisjes geklonken. Inmiddels werd het tijd om te gaan slapen.
Na het ontbijt regelden we officieel de auto (Renault Clio). Rond halfnegen vertrokken we richting zuid. We waren op weg naar de bezienswaardigheiden van Olympos. Onderweg zagen we allerlei mooie planten. Om bij Olympos te komen moesten we door een vrijwel droge rivierbedding rijden. Bij de ingang van Olympos moesten we betalen. Ik denk zoiets van 7,50 euro per persoon. Allerlei interessante ruïnes van Romeinse nederzettingen waren hier te vinden. Op het gebiedvan natuur hadden we ook niet te klagen. Zo vonden we Moorse landschildpadden. Een prachtige Aronskelk de Drakenwortel, werd als eerste opgemerkt door Esther. Terwijl de anderen zich vergaapten aan de ruïnes, was ik voornamelijk bezig met planten, zoals verschillende soorten orchideeën, vlinders en andere insecten te fotograferen. Bhartie filmde sommige delen van ons verblijf daar. Ik zag geruime tijd een Kleine bonte specht op een naaldboom rondscharrelen. Mogelijk zag ik een Rotsklever langs vliegen. en hoorde ik Rouwmezen. Verder nam ik Staartmees, Zwarte mees en Cettis zanger waar. De hagedissensoort Lacerta oertzeni pelasgiana nam ik daar voor het eerst waar. Tijdens het middaguur reden we terug naar het hotel om geld te halen. We wilden namelijk nog een historische plaats bezoeken. Vanaf het hotel reden we zuidwaarts naar Phaselis, waar ooit Alexander de Grote langsgelopen was. Bhartie en ik liepen eerst een tijdje in de natuur rond. Ronald en Esther waren we al snel kwijt. Het bleek dat ze hun zwemkleren hadden meegenomen en dat ze waren gaan zwemmen. Dat hadden ze me ook wel eens van tevoren door kunnen doorgeven. Nou ja, ik ontdekte in ieder geval mijn eerste schorpioen voor de vakantie: Mesobuthus gibbosus. Hier was ik erg blij mee. Zandloopkevers kon ik helaas niet ontdekken, wel sprinkhanen die een bijna volmaakte camouflage hadden. Ik fotografeerde deze sprinkhaan en ook nog een mooie wolzwever. Hierna zijn we langs oudheidkundige bezienswaardigheden gelopen. Het theater was wel één van de best bewaarde delen. Hier fotografeerde ik verschillende planten en ontdekte ik de Hommelophrys, een prachtige orchidee. Ik ben aan het eind van dit tripje nog met Ronald naar de plek van de schorpioen toegelopen. We konden hem helaas voor Ronald niet terugvinden. Na deze mooie dag zijn we (Ronald was chauffeur) teruggereden naar het hotel. Hier hebben in de Veronicabar à la carte gegeten. We lieten het ons smaken. Na het eten hebben we nog wat nageborreld in de Tulipbar. Esther en Ronald hadden voor de volgende dag een tripje naar Myra en Kekova, de verzonken stad, geregeld. Wij zouden in de omgeving van het hotel blijven.
Na het ontbijt ben ik naar de monding van het riviertje gelopen. Bhartie is in het hotel gebleven om wat te studeren. Het was de hele dag wat bewolkt en net boven de 20 graden. Ik zag tijdens deze wandeling de volgende vogels: Ralreiger, Halsbandparkiet, Boompieper, Alpengierzwaluw en Graszanger. Verder vond ik een kleine bidsprinkhaan. Aan het einde van de ochtend liep ik terug naar het hotel. Van het hotel uit besloot ik een stuk de andere richting op te lopen. Het eerste stuk van mijn wandeling liep langs de winkelpromenade. Aan het einde van de winkels stak ik de weg over en ging ik linksaf. Aan mijn rechterhand lag een heuvelrug grotendeels begroeid met dennen. Af en toe liepen er doodlopende paden doorheen. Dit waren voor mij de interessante plekken. In deze omgeving zag of hoorde ik vogels als Rouwmees, Bijeneter, Zomertortel en Buizerd. Hier liep een Moorse landschildpad. Ik heb hier stenen gekeerd. Na het keren van een aantal stenen deed ik een verrassende vondst. Ik ving een Anatolische wormhagedis onder een platte steen, een soort waar je van tevoren alleen maar van droomt. Op de terugweg zag ik nog een Johannisskink wegschieten. Het lukte me niet om het diertje te vangen. Erg blij keerde ik naar het hotel terug. Bhartie was in de hoteltuin te vinden. Ik liet Bhartie een gratis broodje kip halen. Hierna ben ik in zee gaan zwemmen. Het water was nog steeds erg koud. De meeste mensen verklaarden me dan ook voor gek. We hebben in het hoofdrestaurant gegeten. In de Tulipbar werd de reis voor de volgende dag besproken. Esther wilde kostte wat het kost een bezienswaardigheid opzoeken. Dit in tegenstelling met wat we de maandag ervoor afgesproken hadden. Daarom zijn Bhartie en ik de volgende dag alleen de bergen ingetrokken.
6 mei (dag 5)
Bhartie en ik vertrokken naar het ontbijt met de auto richting de bergen. Vlak voor Kemer sloegen we linksaf en volgde een weg de bergen in richting Kuzdere. We moesten eerst een droge rivierbedding oversteken. Daarna gingen we rap omhoog. De weg was steil en niet altijd even veilig (steile afgronden). Bij de eerste stop heb ik wat mooie foto’s gemaakt van de omgeving en kwam ik in gesprek met een Duitser, die zich gespecialiseerd had in orchideeën. Hij probeerde mij allerlei interessante plekjes voor speciale orchideeën uit te leggen. Ik luisterde, maar wist gezien mijn brede interesse en beperkte tijd, dat ik niet op die plekjes zou komen. Bij de tweede stop ontdekte in de snelstromende beek een Grote gele kwikstaart en een Waterspreeuw. Ik heb een aantal foto’s gemaakt van de Waterspreeuw. Hij of zij was op een gegeven ogenblik bezig zijn jong te voeren. Dit tafereel maakte mijn gehele dag al goed. Bij de derde stop aan de rand van een dennenbos ontdekte ik de Turkse boomklever. Bhartie zag het dier naar het nest vliegen. Van de vogel bij het nest kon ik tot mijn grote geluk foto’s van maken. We besloten nog een stukje door te rijden. Op een gegeven ogenblik zag ik een Oostelijke pijpbloemvlinder vliegen. Bij een mooie bergweide zette ik de auto neer. Ik ging achter de vlinders aan. Zowel op de foto als in het net belandde de Oostelijke pijpbloemvlinder. Ik zag daar overal prachtige vlinderhaften vliegen. Er was een Moorse landschildpad aan het foerageren. Er liep een klein weggetje de berg op. We liepen daar een stuk omhoog. Op een gegeven ogenblik riep Bhartie opgewonden “Martin let op een slang”. Het koste mij behoorlijk wat moeite om het dier te vinden. Het was maar een kleine slang van hooguit 20 cm en potlooddun. We hadden te maken met een dwergslang Eirenis modestus. Ik was Bhartie erg dankbaar voor haar oplettendheid. Ik ben verder naar boven gelopen dan Bhartie en heb daar nog een aantal mooie overzichtfoto’s gemaakt. Er groeiden op de berghelling prachtige kleine irissen, planten waar ik een zwak voor heb. Verder nam ik in de bergen nog de vogelsoorten: Vink, Bergfluiter, Rouwmees, Blauwe rotslijster en de zeer mooie soort Rüppels grasmus waar. Hagedissoorten als Lacerta oertzeni pelasgiana en Hardoen zijn door ons waargenomen. We besloten om terug naar het hotel te rijden. Deze dag heb ik voor een keer in het zwembad gezwommen. ’s Avonds hebben we voor de tweede keer in de Veronicabar gegeten en de andere vakantiegangers bijgepraat. Het was wederom een goede dag geweest.
Ronald en Esther hadden deze dag uitgekozen om de zee op te gaan, zodat Esther kon gaan duiken. Voor Ronald bleef het bij snorkelen. Bhartie bleef deze dag op het terrein van het hotel. Ik ging richting de met dennen begroeide heuvel(s). Ik liep elke open plek in en probeerde zo veel mogelijk stenen te keren. De platste stenen leverden het meeste resultaat op. Ik vond in totaal 3 Anatolische wormhagedissen en 2 wormslangen. Verder vond ik onder stenen verschillende soorten duizenpoten, zoals de voor de mens gevaarlijke duizendpoot Scolopendra cingulata, en verschillende soorten miljoenpoeten. Ik zag in een holte onder een vrije grote, niet platte steen een spin in haar web zitten, die verdacht veel op een Zwarte weduwe leek. Op de buik van de spin ontbrak echter een oranje of rode zandloper. Het kon daarom geen Latrodectus (weduwe) zijn. Omdat ik het zaakje toch niet vertrouwde, heb ik de spin met stokjes en niet met mijn vingers zodanig gemanoeuvreerd dat ik behoorlijke foto’s van haar kon maken. Thuis heb ik het dier nagezocht. Het bleek om een Valse weduwe (Steatodea paykulliana) te gaan. Deze soort is net zo giftig als de Zwarte weduwe. Mijn voorzichtigheid was daarom niet misplaatst. Rond de open plekken graasden nog eens 7 Moorse landschildpadden en maakte een Johannisskink zich uit de kleine voeten. Op de terugweg schoot vlak voor mijn voeten een slang weg. Het dier kronkelde in een kleine struik (Hulsteik). Dit was mijn geluk. Ik kon hem zien zitten en daardoor kon ik er een paar mooie opnames van maken. Ik had te maken met een Roodkoptoornslang, een voor mij nieuwe en zeker geen gemakkelijke soort om te zien. Verrukt keerde ik terug naar het hotel. Daar moest op gedronken worden. Ik voegde de daad bij het woord. De middag verbleven we in de tuin van het hotel na een lunchmaaltijd (broodje hamburger voor mij en een pizza voor Bhartie) bij de restauratie op de steiger. Ik zag dat één van de animators van het hotel bezig was mensen te ronselen om een potje te darten. Ik had er ook wel zin in. Het was geen gemakkelijk opgave. De pijlen waren waardeloos en verschillend in gewicht. We stonden te dicht bij het bord en we hadden last van verkeerde lichtinval. De animator begon desondanks sterk. Ik begon ronduit beroerd. De rest deed het niet veel beter. Het uitgooien blijft bij iedereen toch een probleem. Met het uitgooien kostte mijn dartervaring met dubbel uitgooien iedereen de kop. Ondanks het beroerde punten gooien kwam ik daarom toch als winnaar uit de bus. Ik heb ook nog in zee gezwommen en het was heerlijk verfrissend. Ronald en Esther kwamen terug van hun duikdagje. Esther en Bhartie hadden afgesproken om naar een beautysalon te gaan en zich eens lekker te laten verwennen. Na mijn sterke verhalen wilde Ronald toch wel erg graag de succesvolle plek zien. Om kwart over zes in de middag vertrokken we naar mijn ontdekte plek. In een klein uur hebben geprobeerd zoveel mogelijk stenen te keren en liepen we tot helemaal boven op de heuvel. Het succes van ons optreden was enorm. De jacht resulteerde in een 10-tal Johannisskinken, 1 Egeïsche naaktvingergekko, 3 Anatolische wormhagedissen, 2 Wormslangen, 2 slangen, waarvan één dwergslang Eirenis levantinus, 1 Gewone pad en 2 grote zwarte schorpioenen (Iurus dufoureius). Ik zag een Rosse waaierstaart (vogel) wegschieten. Dit uurtje maakte van Ronald (en van mij ook) een ander mens en zorgde voor een geslaagde reis met betrekking tot het ontdekken van reptielen. Voldaan liepen we terug naar het hotel. Inmiddels was het al bijna donker. We gingen eten bij het hoofdrestaurant. De dames waren er nog niet. We troffen hen later schoon en opgefrist aan bij de Veronicabar. Ronald en ik hebben nog even wat nagekletst en een laatste drankje genomen in de Tulipbar.
De avond er voor hadden we besloten nog een dag een auto te huren. Chimaera, waar het eeuwig vuur brandt, leek ons een goede optie. We reden redelijk vroeg weg bij het hotel. Onderweg hoorde ik een Grauwe gors zingen. Bij Chimaera aangekomen bleken we de eerste te zijn. Het was een steile klim om naar het eeuwig vuur te kunnen komen. Onderweg fotografeerde ik wat planten en een vrouwtje van de hagedissensoort Lacerta oertzeni pelasgiana. We kwamen een geitenhoeder tegen. De man ging zijn dagelijkse gang en maakte zich totaal niet druk. Aan de voet van de plek waar het eeuwig vuur brandt stond een overblijfsel van een Byzantijns kerkje. Hier vonden we nog wat fresco’s. Het eeuwig vuur was iets fascinerends. Je stelt jezelf voor hoe het gas, komend uit het stollingsgesteente, al duizenden jaren blijft branden. Op het stollingsgesteente liepen bizarre zilvervisjes. Onder een steen bij een bijna droog beekje vond ik de Kleine beurszwam. Op de terugweg naar de auto kwamen we hordes vriendelijke schoolkinderen tegen. Het was gedaan met de rust. Bij water naast de toiletten ontdekte ik een bruinogende kikker. Achteraf bleek om een bruine variant van de Kleinaziatische groene kikker te gaan. Tegen het middaguur waren we terug bij het hotel. We deden wat laatste boodschappen. In de middag heb ik het hotelterrein verder verkend. Ik zag een paartje Roodkopklauwier en hoorde Bijeneters. Ik ontdekte bij de kas een enorme boktor. Later op de avond vond ik er op voedingsboom, een wilg, veel meer. Ik liet mijn reisgezellen ook meegenieten van deze dieren. Bhartie en ik hebben nog wat op het hotelterrein gevideood. We aten voor het laatst bij het hoofdrestaurant. We gingen vroeg slapen, want we moesten om 2 uur ’s ochtends met de koffers klaar staan. Maar eerst was er een toast op de geslaagde vakantie.
Van slapen is niet veel terechtgekomen. Om twee uur stonden we gepakt en bezakt klaar om in de bus stappen. We hadden een lange busrit voor de boeg. We kwamen op tijd aan op het vliegveld. Het inchecken verliep vlot. Net na negenen Nederlandse tijd kwamen we op Schiphol aan. Op Schiphol ging het compleet mis. De band voor de koffers was gaan lopen. De bagage van Esther kwam er aan, maar onze koffer en de draagtas van Ronald verschenen niet op de band. Ik keek om me heen en zag dat meer mensen vertwijfeld om hen heen keken. Er was iets goed mis. Na een tijd vergeefs wachten en een aantal telefoontjes van de bagage-informatiedienst, werd meegedeeld dat een kar met koffers in het vliegtuig is achtergebleven en inmiddels op de weg terug naar Turkije is. Iedereen die zijn bagage miste moest een formulier invullen en zijn koffersleutels, indien de koffer op slot was, inleveren. Ze konden ons dan garanderen dat de bagage de volgende dag thuis afgeleverd zou worden. Met het nodig gemopper leverde ik mijn koffersleuteltje in. We namen de trein en kwamen verder zonder oponthoud en in goede gezondheid thuis aan. Dit was een paar uur later dan met een normale gang van zaken het geval zou zijn geweest. De volgende dag werd inderdaad onze koffer, welke was opengemaakt, maar wel met complete inhoud, bij ons thuis afgeleverd.
Weersgesteldheid, watertemperatuur en vochtigheid
Het was vrij vroeg in het voorjaar en van overmatige hitte nabij Kiris was nog geen sprake.
De eerste dagen lag de temperatuur tussen 20 en 22 graden Celsius. Het was regelmatig bewolkt. Soms viel er ‘s avonds een beetje regen. ‘s Avonds werd het ongeveer 17 graden. In de nacht daalde de temperatuur tot ongeveer 15 graden Celsius.
Later in de week werd het zonniger en liepen de temperaturen overdag op tot tegen de 25 graden Celsius en viel er geen regen.
Het zeewater was behoorlijk fris en de temperatuur lag naar schatting op 18 tot 19 graden Celsius.
Zo vroeg in het voorjaar was de bodem nog betrekkelijk vochtig, met name onder de, over het algemeen rijkelijk voorkomende platte stenen en keien die tijdens het zoekwerk dan ook zo veel mogelijk zijn gekeerd om te zien of er iets onder aanwezig was.
Biotopen voor reptielen en amfibieën
Rond het hotelcomplex waren veel betonnen of stenen muurtjes te vinden. De hagedissoort Lacerta laevis laevis (hoort volgens verspreiding hier niet thuis) verbleef hier graag om op te warmen. In de hoteltuin waren verschillende rotsen ter decoratie neergelegd. Hier kan men Lacerta laevis laevis en de Hardoen (Laudakia stellio) op vinden. Gekko’s werden rond het hotel niet gevonden. Voor deze dieren was het ‘s avonds en ‘s nachts waarschijnlijk te koud. Het gebied rond de hotels bestond uit braakliggende terreinen, afwateringskanalen, tuinen en boormgaarden. Bij de daar aanwezige muurtjes is Lacerta laevis laevis te vinden. Op rotsblokken kan de Hardoen gevonden worden. In en rond de afwateringskanalen zijn Kleinaziatische groene kikker (Pelophylaxbedriagae) en de Balkanbeekschildpad (Mauremys rivulata) aanwezig.
Heuvels in omgeving van hotel
De heuvels zijn met dennen begroeid en hebben tal van open plekken. Onder stenen zijn in het voorjaar vrij gemakkelijk de Wormslang (Typhlops vermicularis) en de Anatolische wormhagedis (Blanus strauchi ) te vinden. De Wormslang is op het hoger gelegen en meer open en droger deel van de heuvel te vinden, terwijl de Anatolische wormhagedis meer aan de voet, in het beschaduwde en vochtiger deel te vinden is. De slang Eirenis levantinus/modestus, welke hier volgens de verspreiding niet voor hoort te komen, werd onder een steen gevonden. De enige gekko, die we deze reis aantroffen, was de Egeïsche naaktvingergekko (Cyrtodactylus kotschyi), eveneens onder een steen. Hier en daar schoot een Johannisskink (Ablepharus kitaibelii) voor onze voeten weg. De Roodkoptoornslang (Platyceps rubriceps) is ook in deze biotoop gevonden. Een jonge Gewone pad (Bufo bufo vonden we bij een bijna droogstaande beek. Verder foerageerden hier vrij veel Moorse landschildpadden (Testudo graeca). De schorpioen Iurus dufoureius en de spin Valse weduwe (Steatodea paykulliana) zijn onder stenen gevonden. Andere mooie spinnen zoals de Vuurspringer (Philaeus chrysops) en de Blinkende krabspin (Synaema globosum) waren hier veelvuldig te vinden.
De gebieden, die wij bezochten lagen op ongeveer 1000-1500 meter boven de zeespiegel. We bezochte mooie ravijnen met snelstromende beken. De hellingen waren soms spaarzaam begroeid, soms ook weelderig met weiden en bossen.
Op rotspartijen waren zonnende hagedissen van de soort Lacerta oertzeni pelasgiana waar te nemen.
Op een pad bergop kronkelde in de schaduw een Dwergslang (Eirenis modestus). In een bergweide hieraan grenzend is een foeragerende Moorse landschildpad waargenomen. De Hardoen (Agama stellio) is op een uitstekende rots waargenomen.
Olympos
Op rotsen en droge takken werd de hagedis Lacerta oertzeni pelasgiana waargenomen. Rond de ruïnes liepen verschillende Moorse landschildpadden naar voedsel te zoeken. De prachtige plant (aronskelk) Dracunculus vulgaris Drakenwortel ontdekten we hier.
Phaselis
Er werden hier geen reptielen waargenomen. Het tijdstip van de dag en de warmte zorgden er waarschijnlijk voor dat ze hun schuilplaats hadden opgezocht. Op het strand werd onder een steen de schorpioen Semibuthus gibbosus gevonden en een vrouwtje van de Lentevuurspin (Eresus sandaliatus) gevonden. In een groot zoet- of brakwater meer bevonden zich waterschildpadden (soort niet nader gedetermineerd).
Chimaera
Bij een beekje rond de toiletten werd een bruine vorm van de Kleinaziatische groene kikker aangetroffen. Heuvelop werden verscheidene zonnende exemplaren van de hagedis Lacerta oertzeni pelasgiana opgemerkt
Wij hebben vastgesteld dat het deel van Turkije waar wij hebben vertoefd, ook binnen stedelijk gebied, betrekkelijk rijk is aan reptielen. Zo zijn tijdens de busrit vanaf het vliegveld in Antalya in een relatief brede afvoergoot met wat begroeiing midden in de stad vanuit de bus drie moerasschildpadden waargenomen. Determinatie was niet mogelijk. Voorts zijn op diverse plaatsen langs de hoofdroute in Kiris geregeld moerasschildpadden, hagedissen en amfibieen waargenomen. In de tuin van het hotel waren eveneens hagedissen aanwezig. In een ter plaatse aanwezige vijver waren kikkers aanwezig.
De grootste dichtheid van waarnemingen is echter vastgesteld net buiten Kemer tijdens een gezamenlijke zoektocht van ongeveer anderhalf uur op de hellingen van een aantal relatief lage heuvels. De hellingen waren begroeid met naaldbomen en, met name op de lagere delen, was vrij dicht struikgewas aanwezig. Open plekken waren aanwezig. De naaldbomen stonden over het algemeen niet dicht op elkaar zodat het zonlicht het grondoppervlak op diverse plaatsen kon bereiken.
De gehele vakantie in Turkije overziende was het een redelijk goedkope en geslaagde vakantie. Het verblijf in Turkije en de toegankelijkheid was prima. Ik heb veel nieuwe soorten planten en dieren gezien. Sommige daarvan waren echte highlights. De eerste bedoeling van deze reis was om samen met Ronald het grootste deel van de tijd aan het zoeken naar reptielen te besteden. Echter ik had zelf voorgesteld de partners mee te nemen, omdat er ook genoeg andere bezienswaardigheden te zien zijn. Ik had er alleen niet op gerekend dat Esther veel tijd van Ronald vergde, zodat hij weinig kans kreeg om samen met mij op zoek te gaan. Bhartie en ik gaan op vakantie altijd deels onze eigen gang en wij laten elkaar geregeld vrij om eigen dingen te doen. Het is een leer voor de volgende keer. Naderhand heb ik ook met Ronald afgesproken dat de volgende reptielenreis zonder partners zal plaatshebben. Ik heb van deze vakantie desondanks genoten en veel mooie soorten gezien.