Familievakantie Creuse, Frankrijk, 20 t/m 31 juli 2008

Inleiding

Vorig jaar hebben Ronald Frank en ik met een Ecotourist Services reisgezelschap een amfibieën en reptielenreis gemaakt. Onze gastheer en excursieleider was Rob Veen. Zijn vrouw Carla Heisteeg verzorgde het smakelijke eten. Zij wonen in het gehucht Tigouleix. Toen wij afscheid namen van het mooie en natuurrijke departement Creuse, vroeg Rob mij het komende jaar met mijn vrouw en kind terug te komen om van een heerlijke vakantie te genieten. Hij beloofde dat de bovenkamers in het hoofdgebouw in de zomer van 2008 klaar zouden zijn. Dat leek me wel wat. Thuis aangekomen vertelde ik mijn vrouw Bhartie de vakantieplannen voor 2008. Er van uitgaande, dat ons zoontje Roshan daar genoeg speelmateriaal zou vinden om zich te vermaken, vonden wij het een goed idee. Na een aantal telefoontjes en mailverkeer over en weer werden de definitieve plannen gemaakt. We zouden zondag 20 juli vertrekken en volgens planning daar op die dag ook aankomen. Afgesproken is om dan bij aankomst ruim betaald mee te eten (22 euro per persoon).

 

Dag 1 - 20 juli

 Tegen zes uur ben ik opgestaan. Bhartie en Roshan volgden snel. Het ontbijt werd genuttigd, waarna ik hard bezig ging om de auto vol te proppen en de fietsen er op te monteren.  We hadden grootse plannen met de fietsen. Na Roshan achterin, naast de koelbox, geïnstalleerd te hebben, gingen we rijden. We waren nog maar net onderweg of Bhartie stelde voor om het kinderzitje van de fiets af te halen. Het wapperde wat. Bij de eerst mogelijk stop, een benzinestation nabij Hendrik-Ido Ambacht, ben ik gestopt. Met afgrijzen zag ik dat de fietsen schuin op de drager stonden. Ik had een fout bij het monteren van de middenzuil gemaakt. Gelukkig kon ik het op tijd herstellen. Het zitje plaatste ik in de achterbak en zo konden we met een gerust hart weer verder rijden. Niet veel later kreeg Roshan last van wagenziekte en moest wat opgefrist worden. Na een tijdje rijden viel hij in slaap en konden wij ongestoord verder rijden. Vlak voor Antwerpen was het ronduit slecht weer: regen met ruim verminderd zicht. Toch werd het obstakel Antwerpen, evenals het obstakel Lille, vlot genomen. Op onze eerste stop in Frankrijk kwamen we een studiegenoot met zijn vrouw en kind uit Barendrecht tegen. Zijn vrouw is de jongere zus van mijn lagere school favoriete Karin Blokland. Wat is de wereld toch klein! Nadat we weer de draad van het rijden hadden opgepakt, ging het een kilometer of 50 voor Parijs fout. Voor de tolbetaalpoortjes stonden kilometerslange rijen. We zijn hier veel tijd verloren. Ook bij de benzinestations was het ongeloofwaardig druk. We bleven uitstellen en de benzinemeter bleef maar naar beneden gaan. Op de rondweg van Parijs konden we na veel angsten te hebben doorstaan eindelijk tanken. De rij viel hier reusachtig mee. De reis langs Parijs verliep zelfs vlot. Ik had inmiddels Carla gebeld in verband met het mee-eten om te door te geven dat we pas in de avond daar zouden aankomen. Na Parijs dacht ik dat we er wel snel zouden zijn. Alleen dat viel heel erg tegen. Ik had in mijn achterhoofd dat de afstand zo’n 700-800 km bedroeg. Maar bij die afgelegde afstand waren we er nog lang niet. Ik heb weer gebeld naar Carla om de stand van zaken door te geven. Bhartie nam het laatste stukje snelweg en de weg binnendoor van mij over. Ik had er al twee trajecten opzitten en Bhartie begon aan haar tweede. De reis binnendoor duurde en duurde. Bhartie werd wanhopig. Roshan moest weer overgeven en sproeide de hele auto onder. Ik heb daarom de laatste 5 km gereden. Om kwart over acht ‘s avonds na ruim 900 km kwamen we aan. We konden  gelijk aan de overvolle eettafel aanschuiven. Dat was wel prettig. Er zat een gemêleerd gezelschap, waar ik nog aan moest wennen. Het dure eten smaakte in ieder geval goed. Tussen de gangen door ben ik de auto gaan uitruimen en heb ik de bagage naar onze schaars ingerichte kamer gebracht.  Buiten ontdekte ik een jonge Springkikker en werd door één van de jonge gasten een Lederboktor gevonden. Die heb ik met een smoes geconfisceerd. Na het eten zijn we gaan douchen. Lekker opgefrist gingen we slapen om de volgende dag fris te zijn om te gaan ontdekken.

Dag 2 - 21 juli

Om kwart voor acht ben ik opgestaan. Na een krentenbol en een beker melk genuttigd te hebben ben ik op verkenning gegaan. Het was fris buiten. Ik ben langs de camping naar achteren gelopen, tot aan de beek. Onder een stuk plastic vond ik een bijna zwarte, vrij kleine Ringslang. Deze heb ik meegenomen om aan Roshan en Bhartie te tonen. Op de terugweg zag ik nog een enkele eerstejaars Bruine kikker voor mij uit jumpen. Nadat Roshan en Bhartie gegeten hadden ben ik opnieuw, maar nu samen met Roshan, het pad afgelopen. We hebben de Ringslang teruggebracht en Roshan heeft voor het eerst (net geen tweeënhalf jaar oud) een slang beetgepakt. We zijn de beek overgestoken en zijn nog een stuk langs het adderbiotoop gelopen. Helaas hebben we geen adders gevonden. Toen we terugkwamen bij onze kamer gingen we met zijn drieën boodschappen doen in het plaatsje Giat. De boodschappen waren hier veel duurder dan bij ons thuis. In de middag ben ik alleen op pad geweest en heb het achterliggende deel nog beter verkend. De dag bleef behoorlijk koud, waardoor ik weinig reptielen vond. Opvallend was ook, dat ik in de grote poel nabij het huis nauwelijks libellen en waterjuffers vond. In de omgeving van een moerasgedeelte en een grazig weiland vond ik wel leuke soorten vlinders en libellen: Kleine ijsvogelvlinder, Dambordje, Kolibriepijlstaart, Gaffelwaterjuffer en Beekoeverlibel. Op een stuk plastic zag ik een zonnend mannetje Zandhagedis zitten. Later in de middag heb ik nog genoten van een koud biertje (in de gemeenschappelijke koelkast op temperatuur gebracht) met pinda’s. We hebben op een door ons toegeëigend stukje gras gekookt en daarna afgewassen. Nog een korte verkenningstocht langs de camping leverde een forse Ringslang op. Voldaan ging ik slapen.

Dag 3 - 22 juli

Ik ben weer naar het biotoop van de adders gelopen. Ik was daar van 8.15 uur tot 9 uur. Maar ik was totaal niet succesvol. Er viel gewoon niet veel te beleven.  Later op de ochtend zijn we naar Sermur gegaan. Ik wilde graag de Aspisadder vinden. Ik heb het bekende muurtje naast de begraafplaats afgelopen. Er was geen Aspisadder te bekennen. Wel zag ik verscheidene Muurhagedissen. Teruglopend liep ik Bhartie en Roshan tegen het lijf. Ik kon hen diverse Muurhagedissen laten zien. We zijn met zijn drieën de heuvel naar het uitkijkpunt gelopen. Hier vlogen veel vlinders (Gehakkelde arelia, Kleine parelmoervlinder, Keizersmantel, Landkaartje, Distelvlinder, Atalanta, Citroentje, Dambordje, Zwartsprietdikkopje en Kolibriepijlstaart). Ze zaten met name op de in de zon staande bloeiende Vlinderstruik. Verder vond ik ook een mooie Bijenwolf (keversoort) en een Gouden tor. We kwamen vrij vroeg in de middag bij het huisje aan. Hier hebben we al slapend, luierend en met geregeld wat te snoepen doorgebracht.  Roshan heeft voor het eerst in zijn badje gespeeld. Het was nog wel een beetje koud. Tussendoor is Bhartie in Crocq boodschappen gaan doen. ‘s Avonds hebben weer gebruik gemaakt van de kookkunsten van Carla. 

Dag 4 - 23 juli

Deze dag verbleven we rond onze standplaats.  Ik heb mijn verkenningstochten weer gemaakt. Maar nog steeds heb ik geen Adders gevonden. Wel vond ik rond de camping de forse Ringslang terug, die onder  dezelfde steen  lag. Nu kon ik haar (vrouwtje) in tegenstelling tot eerder wel vangen en fotograferen. Deze dag werd het eindelijk warmer. Voor het eerst heb ik de fiets gepakt en ben ik naar Magnant l’Etrange gereden. Ik ben daar gekeerd en teruggereden naar Tigouleix, ons adres. Op de heenweg had ik al zo iets van allemachtig wat een lange en steile afdalingen. Het laatste stukje naar l’Etrange liep behoorlijk steil omhoog. Terug ging dus in het begin nog goed, maar naar mate ik dichter richting Tigouleix reed werd het wegens de lange steile stukken omhoog steeds zwaarder. Ik was al heel wat tandjes teruggezakt en had niet veel mogelijkheden meer. Mijn benen begonnen te branden en mijn hoofd te kloppen, maar net op tijd kwam het einde van de rit in zicht (totaal ruim 13 km in plusminus 37 minuten). Bij Tigouleix, ons vakantieadres, aangekomen kon ik lekker bijkomen. Met het terugzetten van mijn fiets was ik tot de conclusie gekomen dat het meenemen van de fietsen geen idee was geweest. Bhartie met Roshan achterop zou hier nooit veilig kunnen gaan rijden. Ik zag in tegenstelling tot voorgaande dagen nu wel overal libellen en waterjuffers bij de poelen vliegen. Het was warmer geworden en dat was daaraan onder andere te merken. Ik nam van de gelegenheid gebruik om ze te fotograferen. Een mannetje Platbuik leende zich daar goed voor. Bhartie is weer boodschappen gaan doen in Crocq. Ik heb met één van de campinggasten Arjan van der Lugt, lid van Ravon Zuid-Holland, gepraat over het vinden van Adders in de omgeving. Het bleek dat ik steeds net niet op het goede tijdstip gezocht had. Ik vond dat hij wat irritante trekjes had. Zo beschuldigde hij Ecotourist Services er van een plek met Luipaardslangen op Lesbos te hebben doorverteld, waardoor deze plek nu geruïneerd is. Ik vertelde hem dat, dat wel een heel sterk verhaal was, omdat ik met deze club naar Lesbos geweest ben en zij geen eens met zekerheid wisten dat de Luipaardslang daar voorkwam. Hij reageerde ook erg negatief verbaasd op het feit dat Marlies van Santen een plek in een groeve in Noord-Frankrijk aan mij en Ronald Frank, een vriend van mij, heeft doorgegeven. Ik was er klaar mee, zoals een goede collega/vriendin van mij ook altijd zegt. We hebben weer op de bekende grazige plaats buiten gegeten. ‘s Avonds gingen we met totaal 7 mensen vissen in een stuwmeer in het departement van de Cher (ruim een uur rijden, waarbij de chauffeur Beno behoorlijk doorreed). De bedoeling was om meerval te vangen. Het bleef alleen bij knabbelen van de meervallen aan (een deel van de) voorn. Er werd helaas niets gevangen. We zagen veel Zwarte wouwen en vleermuizen vliegen. In het water van het stuwmeer zwom een grote Beverrat. Rond 1 uur waren we terug in Tigouleix.

Dag 5 - 24 juli 

Ik ben weer ‘s ochtends op zoek naar Adders gegaan, maar dan wel op de meest ideale tijd: tegen half tien. De eerste wandeling leverde niets op. Ik ben een zijpad heen en weer gelopen en heb tussentijds Tamara, een collega van mij, een sms gestuurd in verband met haar verjaardag. Net toen ik een antwoord sms van haar kreeg had ik de hoofdprijs te pakken. Ik zag in het geschikte biotoop een prachtige vrouwtje Adder liggen. Zij had zich helemaal plat gemaakt om maar zoveel mogelijk zonnewarmte op te vangen. Ik kon van het dier zonder het te verstoren prachtige foto’s maken. Met een voldaan gevoel keerde ik terug naar ons verblijf. We vertrokken naar St George Nigremont, een prachtig dorpje dat op een noord helling is gesitueerd. Hier komen ook Adders voor.  Onderweg zagen Bhartie en ik een Boommarter oversteken. Toen wij aankwamen was het voor Adders veel te warm. Wel zagen we veel Muurhagedissen. Ik heb hier mooie landschaps- en familieplaatjes kunnen maken. Toen Bhartie en Roshan aan het rusten waren ben ik opnieuw bij het moerasje achter de camping gaan kijken. Ik heb heel wat sprinkhanen op de foto kunnen zetten. Moerassprinkhaan en Gouden sprinkhaan waren daarvan de meest bijzondere. Langs de beek heb ik de zuidelijke ondersoort van de Bosbeekjuffer mooi op de digitale opslag vastgelegd. Aangezien het deze dag een stuk warmer was dan voorgaande dagen was het voor Roshan genieten in zijn badje. ‘s Avonds was het weer gezamenlijk eten. Alleen nu ging het met Roshan totaal mis. Hij werd mede door de lange wachttijden onhandelbaar. We stuurden hem naar boven.Eén ons hield hem daarbij per tourbeurt gezelschap. Echter dat liep niet goed. Het werd Bhartie te veel en zij bleef boven Ik had ook weinig trek meer in eten. De beperkte voorzieningen daar en in de omgeving waren daar deels een oorzaak van. Ik heb dit later in de avond aan Rob en Carla gemeld. Deze boden hun hulp aan, maar ik wilde het zelf oplossen. Wel heb ik van hen een aantal interessante plaatsen aangewezen gekregen waar Roshan lekker kon zwemmen en spelen. Ik vertelde hen dat we volgende gezamenlijke diners niet meer mee zouden eten.

Dag 6 - 25 juli

Ik heb mijn rondje weer gelopen. Nu heb ik weinig gezien. Later in de ochtend ben ik naar St Maurice près Crocq gereden. Ik heb de stapelmuurtjes afgezocht naar Aspisadders. Helaas kon ik ze niet vinden. De lokale bevolking vertelde me dat er geen Aspisadders waren, maar ik had uit betrouwbare bron vernomen dat dat wel zo was. Op de terugweg in Crocq heb ik ansichtkaarten voor Tamara en een eierdopje voor Bhartie gekocht. Bij terugkomst heb ik gegeten. Tijdens de middagslaap van Roshan ben ik weer een rondje gaan lopen en heb nog meer sprinkhanen op de foto gezet. Nadat Roshan wakker geworden was, zijn we met zijn allen naar het stuwmeer Etang de la Ramade gereden. Na eerst te ver te zijn doorgereden langs het stuwmeer kwamen we op de goede plaats uit. Helaas betrok de lucht snel en ging het wat regenen. De temperatuur bleef gelukkig goed. Ik heb met Roshan op de speeltoestellen gespeeld. De wipwap vond hij geweldig. Ook het stenen keren bij het meer vond hij leuk. Verscheidene kevers konden we hier onderuit halen. Ik vond nog een bijzondere libel: Iberische beekjuffer. Verder waren er verschillende tussenvormen tussen deze soort en de Weidebeekjuffer te vinden. Ook was de Blauwe breedscheenjuffer present. We konden daar eten en dat hebben we gedaan. We, ik en Bhartie, kregen een halve kip op hout gestookt met frites en salade en voor Roshan een eigen bord frites. Het smaakte bijzonder lekker en was zeker niet duur. Voldaan keerden we terug naar Tigouleix. We hebben het verder rustig aan gedaan.

Dag 7 - 26 Juli

Inmiddels is het dag 7 van onze reis en die begint regenachtig. We zijn naar Giat gereden om boodschappen te doen, te pinnen en te tanken. Het was daar braderie en levensdruk (stervensdruk is zo’n negatief woord). We konden geen tankstation vinden. We besloten om door te rijden naar Crocq. We wisten zeker dat daar wel een tankstation was. We vonden en hem dan ook en lieten onze tank tegen een aanzienlijke prijs volgooien. Daarna gingen we pinnen en souvenirs kopen. Ik vond wat voor mijn moeder, Tamara en mijn favoriete vrouwelijke collega Saskia. Voor haar had ik een opbergdoosje van porselein in de vorm van een hart gekocht. Vanwege de vorm, er was geen andere keus, heb ik nog even dubio gestaan of ik dit kon kopen. Bij terugkomst in Tigouleix kwam ik er achter dat ik mijn potje alcohol met de gevangen kevers verloren was. Ik heb heel de auto en het huisje binnenstebuiten gekeerd, maar kon het niet vinden. Ik besloot terug te rijden naar Crocq om bij het benzinestation te zoeken, want dat was de enige plaats waar die uit mijn broek gerold kon zijn. Onderweg naar Crocq zag ik een grote kever over de weg kruipen. Bij het benzinestation was het potje alcohol spoorloos verdwenen. Ik had dus vette pech. Terugrijdend naar Tigouleix vond ik de kruipende kever terug. Zij bleek een vrouwtje Vliegend hert te zijn. Ik heb de kever in het autostoeltje van Roshan gezet en ben doorgereden. Bij terugkomst was ik de kever kwijt. Ik heb wederom de hele auto en zelfs het zitje binnenstebuiten gekeerd, maar de kever was gevlogen. Toch kon ik me niet voorstellen dat zij door het geopend raam tijdens het rijden weggevlogen was. Dan had ik toch wat moeten merken. Balend van de tegenslag vandaag ben ik achterop gelopen. Ik vond een prachtig en groot exemplaar vrouwtje Ringslang, die lag te zonnen. Ik kon prima foto’s maken. Verder zag ik nog een slang wegschieten. Ik kon er niets van maken. Verscheidene Levendbarende hagedissen lieten zich zien. Later in de middag ben ik alleen naar St Michel Chapelle gereden. Hier kwam ik Beno tegen, die net een Adder liet ontsnappen. Ik ben samen met hem opgelopen en kon in totaal drie Adders noteren. Hij ving er één en ik kon een ander goed fotograferen, omdat zij steeds terugkwam. Het betroffen allemaal roodgekleurde zwangere vrouwtjes. Beno nam zijn gevangen exemplaar in een kussensloop, die ik voor hem opengehouden heb, mee naar de camping om het de volgende dag te kunnen fotograferen. Ik fotografeerde op het pad nog een mooie Bronlibel en op een bloem de Grote parelmoervlinder. Na een belabberde start kwam het vandaag toch allemaal nog goed. Na het eten ben ik vroeg gaan slapen.

Dag 8 - 27 juli

Vanmorgen ben ik naar achteren gelopen in gezelschap van Beno, Kees Vermeer (adderexpert en lid van Ravon Zuid-Holland) en zijn reismaat. Kees had zijn speciaal bestelde handschoenen van een kevlar-achtig materiaal bij zich. De handschoenen kosten per paar ruim 200 euro, maar zijn flexibel en ondoordringbaar zelfs voor de Gabonpofadder. Ik heb de handschoen uitgeprobeerd op prikkeldraad. Ik voelde zelfs de punten van het prikkeldraad niet prikken. We vonden alleen een Hazelworm en een Zandhagedis. Bij terugkomst hebben we de door Beno meegenomen Adder gefotografeerd. Daarna gingen wij, mijn gezin, boodschappen doen in Giat. Vanuit hier reden we naar de speelweide van het stuwmeer bij La Ramade. Ik heb daar eerst wat kevers, die ik de dag terug verloren was, onder de stenen vandaan gehaald. Ik had geen zwembroek bij me, dus heb ik in een lange onderbroek gezwommen. Roshan had veel plezier met mij en Bhartie: samen “zwemmen”, kasteel bouwen, vissen zoeken en dergelijke. Er vlogen behoorlijk wat waterjuffers en libellen rond. Ik kon alleen geen nieuwe soorten vinden. Bij terugkomst op ons vakantieadres maakte ik nog een rondje naar achteren. Ik vond niets bijzonders. Op de oude eik naast het tentje van Roshan zag ik een soort Grote wespenboktor (Plagionotus detritus) rennen. Hij verdween, nadat hij door mij gefotografeerd was, in de reserve alcoholpot. Bhartie dacht haar sleutels verloren te hebben, dus ging ik mee zoeken. Later bleek ze de sleutels tussen de wasknijpers opgeborgen te hebben. Al op de grond speurend vond ik tot mijn grote verbazing een op zijn rug liggende en pas gestorven grote kever. Het bleek de Juchtlederkever te zijn, die bovenaan de scorelijst van iedere keverliefhebber staat. Een zeer zeldzaam dier dat zich in hele oude bomen ontwikkelt. Het dier was nog maar net dood, mogelijk omdat het dier op zijn rug terecht is gekomen, nadat de kat van Rob en Carla zijn uitwerpselen in het houtmolm begraven heeft en daarbij mogelijk het uitgekropen dier omgegooid heeft. Ik liet de vondst aan Rob zien. Hij werd helemaal  blij en bood mij later zelfs een biertje aan. Dat wil wat zeggen! Aan het eind van de middag ben ik samen met Roshan naar St Michel Chapelle gereden. Ik ben een beetje achter de parelmoervlinders aangegaan en Roshan heeft een beetje op het pad gespeeld. Ik zag één Adder wegschieten.’s Avonds gingen we weer op meerval vissen. Nu waren we met zijn vieren. In tegenstelling tot de voorns van de vorige keer hadden we nu ook grote garnalen bij ons. Ik ving de eerste Amerikaanse dwergmeerval, met een garnaal. Ik liet er nog één ontsnappen. Rob ving er twee, en Ben één. De zwager van Rob ving niets. Het was gezellig. Sommige van ons hadden bier bij zich, lucky me. We waren tegen half twee in de nacht terug. We botsten onderweg nog bijna tegen een jonge Vos en een Egel.

Dag 9 - 28 juli

Deze dag zijn we afgereisd naar het hooggelegen Plateaux de Millevaches. Het was een behoorlijk lang stuk rijden. Het werd een hele warme dag. Zelfs op het Plateaux was het erg warm. Het aantal libellen en vlinders viel me behoorlijk tegen. Waarschijnlijk is het te droog geweest de afgelopen maanden. Wel zag ik verscheidene hagedissen in twee soorten: Zandhagedis en Levendbarende hagedis. Ik heb zelfs een kleine Zandhagedis gevangen en deze aan Roshan laten zien. We waren vrij snel uitgekeken. Op de terugweg hebben we boodschappen gedaan in Giat. De rest van de middag heb ik bij Roshan’s tent gezeten, gedronken en gegeten. Bij het doorzoeken en schoonmaken van de auto vond Bhartie het vrouwtje Vliegend hert terug. Ik was blij verrast en ik heb het dier op de oude eik gezet voor een mooie fotoreportage. Het begon aan het eind van de middag net na onze maaltijd te betrekken. Niet veel later ging het hard regenen en onweren. De kroegtocht (er was namelijk maar één kroeg), een initiatief van Rob en Carla, is daardoor deels in het water gelopen. Wij zijn niet meegegaan en hebben het ‘s avonds in ieder geval rustig aan gedaan.

Dag 10 - 29 juli

De dag begon met mist en miezerige regen. Om twintig over negen ging ik in mijn eentje naar Sermur om mijn aspisaddergeluk te beproeven. In Tigouleix was het inmiddels een beetje opgeklaard. Maar hoe dichter ik bij Sermur kwam hoe mistiger het werd. Het miezerde ook van tijd tot tijd. Voor Aspisadders was het verre van ideaal. Nadat mijn engelengeduld behoorlijk op de proef gesteld was, kwam tegen één uur eindelijk de zon te voorschijn. Inmiddels was ik al een aantal keer langs het bekende muurtje op en neer gelopen. Maar nu ging ik met goede hoop op Aspisadders er nog een paar keer langs. De hardnekkige zoektocht resulteerde echter alleen in jonge en zonnende Muurhagedissen en een vervelling van een Aspisadder. Het werd tijd om Bhartie en Roshan op te gaan zoeken. In Crocq heb ik gelijk wat boodschappen gedaan. Net na drieën was ik terug. Ik heb een biertje achterover geslagen. Ik had nog wat tijd om naar achteren te lopen. Bij de beek bleek een boom door het noodweer geknapt te zijn. De boom versperde het pad, waardoor ik er om heen moest. Ik vond niets bijzonders. Eind van de middag gingen we weer naar het stuwmeer van La Ramade toe. Roshan heeft daar nog een tijdje bij het water gespeeld. Verder heb ik met hem nog op de wipwap gezeten. We hebben daar weer gegeten. Nu stond er runderbiefstuk op het menu. Alhoewel het stuk niet zo groot was smaakte het prima. Roshan had zijn bordje patat. ‘s Avonds zijn we op de kamer gebleven.

Dag 11 - 30 juli

Deze dag zouden we het warme noorden bezoeken. Omdat we toch langs Sermur kwamen besloot ik er nog een kijkje te nemen. Ik was er voor tien uur en dat was net te vroeg. De stenen waren nog niet warm genoeg. Helaas weer geen Aspisadders. Ik kwam daar Kees en zijn reismaat tegen, die net van een particulier terrein afwandelde. Zij hadden daar een zwanger vrouwtje Aspisadder gevangen. Ik vroeg of ze haar mee zouden nemen, zodat ik ze later zou kunnen zien. Zij bevestigden dat. Wij vertrokken verder noordwaarts. In Auzances gingen we in de Intermarche, een supergrote supermarkt, boodschappen doen. De prijzen vielen mee. Ik kocht daar een aantal voor mij belangrijke stafkaarten. Daarna zijn we naar Evaux-les-Bains gereden. We reden langs de thermale bron. Ik zei tegen Bhartie dat we op de helling moesten keren, omdat we te ver doorgereden waren. Bhartie en Roshan gingen op een bankje wat eten en drinken. Ik zou de helling naar beneden lopen. De bedoeling was dat ze mij later met de auto zouden oppikken. Bij wat dood hout langs de helling zag ik een mooie grote Smaragdhagedis wegschieten. Helaas kon ik het dier net niet fotograferen. Ik stond nog wat rond te kijken en opeens zie ik een forse slang, zeker 1.20 meter lang, voor me uit de helling op kruipen. Het bleek een mooie Esculaapslang te zijn. Eerst fotografeerde ik het dier in zijn natuurlijk habitat en daarna ving ik het. Ik bracht trots mijn vangst naar Bhartie en Roshan. Zij waren ook blij verrast. Ik maakte wat foto’s en bracht het dier daarna terug naar zijn stekkie. Daar heb ik ook nog wat foto’s gemaakt. Even later vond ik de plek waar ik een jaar daarvoor onder allerlei plastic en plaatmateriaal verschillende Addderringslangen en Hazelwormen gezien had. Er was niet veel rotzooi meer over en op een Muurhagedis na zat er niets onder. Ik heb in de omgeving verder nog gezocht naar slangen, maar het was op die locatie op dat moment net te warm. Vanaf daar gingen we de reis voortzetten. Het volgende doel was om de spoorwegovergang, waar ik vorig jaar met de reptielen- en amfibieëngroep Ringslang en Gladde slang onder de platen gevonden had, te bezoeken. We reden langs Chambon sur Voueize, hier stak een zwangere Steenmarter de weg over, en Gouzon. Een kilometer of tien voorbij Gouzon was de plek. In eerste instantie vond ik niets tot ik onder een kleine plaat een Gladde slang vond, die op het punt stond te vervellen. Het jaar ervoor stonden de slangen daar ook op het punt om te vervellen. Ze zijn dan redelijk weerloos en schuilen onder de platen. Ik liet de gevangen slang aan Roshan zien. Het was trouwens de eerste keer dat een Gladde slang mij beet. Roshan aanschouwde de slang van een afstandje. Bhartie had het hele stuk gereden. Nu was het mijn beurt om terug te rijden. Onderweg hadden we af en toe een beetje regen gehad. Na we later hoorden was in de omgeving van Tigouleix meer water gevallen. In Crocq zijn we gestopt om te gaan pinnen. Helaas ging dat niet. Ik denk dat het geld op was in de automaat. Bij terugkomst dacht ik een lekkere koude pils te vatten. Bij het openen van de koelkast kwam ik tot een zeer vervelende verrassing. Mijn bier was er uit en ook sommige etenswaren van ons. Ik liep naar Carla toe, omdat ze ook al een keer zonder mij eerst te waarschuwen mijn shampoo en badschuim uit de douche verwijderd had, omdat ze volgens haar niet biologisch verantwoord zijn. Nu bleek dat ze de macaroni in haar eigen koelkast gezet had en mijn, in een plastic zak verpakt, bier en Bhartie’s ijskoffie er uitgehaald had, omdat dat volgens haar niet de afspraak was. Wij hadden duidelijk afgesproken dat we een klein van de gemeenschappelijke koelkast mochten gebruiken voor onder andere melk van Roshan. Dat was een van te voren vastgestelde voorwaarde van ons. We betaalden toch voor de elektriciteit. Dus wat zeurt ze nou. En we hebben zeker niet afgesproken dat we alleen koud bier van Rob en Carla zouden kopen (ze hebben daar helemaal geen vergunning voor). Maar ik zat dus met lauw bier en daar word je dus niet vrolijk van. Het zou voor mij een reden zijn om direct de volgende dag naar huis te vertrekken. Nu was dat toch al het plan, dus dat scheelt weer. Behoorlijk balend liep ik naar achter, wetend dat de omstandigheden goed waren voor reptielen. En ik werd niet teleurgesteld. Ik trof twee Adders aan op verschillende tijdstippen, waarvan één zo’n 90 cm lang was. Verder zag ik verscheidene Levendbarende hagedissen. Rond de camping ben ik nog verschillende stenen gaan keren om de vierde slang van de dag ook in de wacht te slepen. En.. het lukte me. Ik ving een kleine Ringslang. Deze nam ik mee naar het badje van Roshan, zodat Roshan in zijn badje kon zien hoe zo’n slang zwemt. Hij vond het fantastisch. Ik zag Kees terugkomen en liep gelijk naar hem toe om te vragen of ik de Aspisadder zou mogen zien. Ik kreeg van zijn reismaat te horen dat ze de slang al tussen de buien door hadden gefotografeerd en omdat het een zwanger vrouwtje betrof mocht het dier pas hooguit in de avond van de volgende dag weer gestoord worden. Ik dacht dat ik het niet goed begrepen had. Waar halen deze rashypocrieten het lef vandaan om zo’n stelling te verdedigen, terwijl ze nota bene het zwangere dier verstoord, gevangen en ook nog een keer in allerlei houdingen gezet hebben voor een foto. Mensen blijf dan in vredesnaam met je poten van dat dier af en laat het rustig genieten van de zon! Ik liep weg en zag mijn Vliegend hert over de grond struinen. Ik dacht nog even om Kees te waarschuwen, omdat hij zo graag een Vliegend hert wilde zien. Maar ik bedacht snel dat hij het dier maar in zijn achterste kon steken. Ik ben ‘s avonds de auto al voor een groot deel aan het inruimen geweest. Ik kwam Rob nog tegen en vertelde hem dat ik hem niet contant kon betalen wegens het weigeren van de pinautomaat. Hij stelde mij voor om de volgende dag naar Giat te rijden. Dat leek me geen goed plan. Toen hij er op aandrong om dan samen met hem in zijn auto vroeg in de ochtend te gaan, vond ik het goed. Blijkbaar vinden ze het overschrijven belastingtechnisch niet verantwoord en willen ze het liever op deze manier zwart vangen. 

Dag 11 - 31 juli

Om twintig over zeven ben ik opgestaan. Ik heb koffie gedronken en gegeten. Ik ben alvast verder in gaan pakken. Toen Rob, net iets over acht, naar buiten kwam, ben ik met hem naar Giat gereden om te pinnen. Ik moest rond de 600 euro betalen. De kamer per nacht kostte 45 euro voor ons drieën. Bij terugkomst werden we nog door Rob en Carla uitgenodigd op de koffie/thee met koeken. Nu was ze weer heel behulpzaam en aardig. Wat is het toch een apart mens. Rond tien uur reden we weg en bij Crocq gingen we oostwaarts richting Clermont Ferrand. Even voor die plaats konden we de snelweg noordwaarts nemen. Omdat Roshan voorin zat en ook al een paar keer homeopathische middelen had gehad tegen wagenziekte, kreeg hij geen braakneigingen. Onderweg zag ik verschillende doodgereden dieren: twee slangen, een Steenmarter, een bunzing en een egel. De reis liep redelijk voorspoedig. In Parijs, dat stuk reed ik nu, was het erg druk. Volgens de thermometer van mijn auto was het om vijf uur in de middag buiten 41 °C. Maar zelfs met drie graden correctie is dat nog steeds erg veel. De reis duurde maar door en Roshan begon zich, begrijpelijkerwijs behoorlijk te vervelen. Tegen elf uur ‘s avonds en met ruim 950 kilometer gereden waren weer thuis. Ik heb de auto nog leeggeruimd. We hebben wat soep genomen en zijn gaan slapen.

Nawoord

Het terrein rondom Tigouleix bleek veel meer geaccidenteerd te zijn dan ik mij herinnerde, waardoor het fietsen nagenoeg onmogelijk is gebleken. Alleen ik heb een stukje gefietst.

De kamer zag ik er op zich mooi, in eigen stijl van Carla, uit. Het ontbrak alleen aan veel belangrijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een wastafel, een koelkast, genoeg bergruimte en een goede zitmogelijkheid.

Voor de afwas en gewone was moesten we een stuk naar buiten lopen, namelijk de algemene plek voor de camping.

Voor kleine kinderen, zoals Roshan, waren eigenlijk nauwelijks voorzieningen aanwezig. Rob was wel zo vriendelijk om Roshaan een houten slang tijdens ons verblijf uit te lenen.

De mensen op de camping waren meer op zichzelf of met elkaar. Er was geen magie met de mensen in de kamers. Eigenlijk hebben we niet veel contact kunnen leggen. Dat ligt natuurlijk ook deels aan ons zelf. We hebben er namelijk niet heel veel energie ingestoken.

De gezamenlijk eetgelegenheid was pal onder de kamers en gaf bij tijd en wijle veel overlast voor de mensen in de kamers. Tevens was het eten erg duur voor wat je voorgeschoteld kreeg. Met een klein kind erbij was de tijd tussen de gangen veel te lang.

Rob is een aardige vent, maar heeft niets/geen affectie met kinderen. Carla is een aardige, maar zeker ook hele vreemde vrouw met erg irritante trekjes, zoals ik al eerder in het dagverslag heb vermeld. Zij heeft daarentegen wel affectie met kinderen.

Gezegd moet worden dat Carla en Rob in het algemeen wel behulpzaam waren. Ze willen ook helpen om in de toekomst, als we weer zouden willen komen, een gîte voor ons te regelen tegen een prijs van ongeveer 350 euro per week. Dit huisje heeft in ieder geval wel alle voorzieningen, die we nodig achten.

De autoreis, bijna 1000 km, was met een kind van tweeënhalf jaar voor ons te lang.

Qua natuur is het wel een heel mooi gebied (echter een bijzonder slecht jaar voor libellen en vlinders, geldt trouwens voor geheel West-Europa). Het gebied is voor een bezoek in de toekomst wel erg geschikt.

 Het levensonderhoud is duur in tegenstelling tot Nederland, mede vanwege de op grote afstand gelegen middelgrote steden.

Wij hebben ondanks deze wat tegenvallende dingen toch wel goed kunnen vermaken. Het was een vakantie met twee gezichten. We zullen zo’n vakantie niet op deze manier weer doen. 


Moviepark Warner Bros, Duitsland 9 mei 2008


Duinrell 22 juni 2008